Het multilaterale instrument is een bijzonderheid en beoogt (versnelde) harmonie. In hoeverre het instrument zal leiden tot harmonieuze muziek, of ook tot ruis of zelfs herrie op het fiscale podium, moet vooralsnog worden afgewacht.
Bij een eerste ceremonie zijn 67 landen, waaronder Nederland, overgegaan tot ondertekening van het multilaterale instrument (zie V-N 2017/39.10). Het zijn - vooralsnog, er worden nog meer ondertekenaars verwacht - minder landen dan de ruim 100 landen die hebben meegewerkt aan de tekst. Toch ziet een aanzienlijk aantal landen er kennelijk wel muziek in. Het instrument beoogt in één keer in veel belastingverdragen maatregelen op te nemen tegen belastingontwijking met regelingen betreffende hybride mismatches, voorkoming van verdragsmisbruik, voorkoming van ontwijking van de v.i.-status, verbetering van geschilbeslechting en bindende arbitrage. Voorwaarde is dat sprake is van wederzijdse ratificatie, notificatie en matching. Bij ondertekening en bekrachtiging horen daarom (voorlopige dan wel definitieve) notificaties: aanwijzing van verdragen en notificatie van keuzes en voorbehouden inzake de materiële bepalingen. Sommige zijn namelijk minimumstandaarden, terwijl andere voorzien in keuzemogelijkheden, gehele of gedeeltelijke 'opting-in' of juist 'opting-out'. De OESO heeft op haar website informatie gepubliceerd om de effecten ervan in kaart te brengen: een brochure, een FAQ-lijst, een toolkit, met database en keuzenmatrix. Geen muziek zonder gelijkgestemden.
Nederland heeft bij ondertekening gekozen voor brede werking (82 van 94 verdragen, vrijwel alle bepalingen, beperkte voorbehouden). Het daadwerkelijke effect is mede afhankelijk van de notificaties door verdragspartners. Veel andere landen zijn terughoudender geweest. Toch blijkt van een aanzienlijke potentiële invloed op het Nederlandse verdragennetwerk. Op termijn zal sprake zijn van een situatie waarin verdragen en instrument tegelijk van toepassing zijn en hun onderlinge interactie moet worden bepaald. OESO-informatie en doorlopende teksten kunnen, ofschoon niet bindend, behulpzaam zijn. Toch kan toepassing eenvoudig aanleiding zijn tot vragen over interpretatie en voorrang. Ofschoon elke bepaling van het instrument beoogt regelingen te geven voor de interactie tussen verdrag en instrument, moet nog blijken in hoeverre deze in de praktijk eenvoudig toepasbaar zijn, en of beide landen daarin dezelfde benadering volgen. Ook bij minimumstandaarden zijn (afwijkende) keuzes mogelijk maar dienen landen te komen tot effectieve toepassing van de minimumstandaard. Gebruik van soms vage normen, zoals de PPT, vereenvoudigt toepassing ervan niet. Zelfs voor wie goed de weg weet in de bladmuziek wordt het nog lastig noten lezen. Nederland heeft niet alleen in maatregelen tegen belastingontwijking gekozen voor brede werking, maar ook in verbetering van geschillenbeslechting en arbitrage. Ook daarin lijken andere landen terughoudender. Hopelijk vertrekken deze verbeteringen niet met stille trom. Tegen belastingontwijking helpt ook transparantie. Voor uitwisseling van inlichtingen bestaan, naast het multilaterale Wabb-Verdrag en bilaterale belastingverdragen, bilaterale TIEA's waarvan velen met wisselende reikwijdte volgens een van de OESO-modellen. Nuttig, maar veelal herhaling van eentonige muziek, zodat een multilateraal instrument met beperkte keuzemogelijkheden mogelijk goed zou kunnen zijn.
Het multilaterale instrument is een bijzonderheid en beoogt (versnelde) harmonie. Er zit zeker muziek in. In hoeverre het instrument zal leiden tot harmonieuze muziek, of ook tot ruis of zelfs herrie op het fiscale podium, moet vooralsnog worden afgewacht. In plaats van of naast de TIEA's zou een multilateraal instrument voor gegevensuitwisseling nuttig kunnen zijn. De kans op valse noten lijkt bij een dergelijk eenvoudig(er) instrument kleiner. En niet meedoen in zo'n orkest is vragen om plaatsing op de zwarte lijst.
Informatiesoort: Uitvergroot
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht