Onderstaande modellen zijn recent aangepast en voor u geselecteerd omdat ze per direct van belang zijn voor de praktijk.
I Formeel belastingrecht
I.C. Invordering
Vanaf 2027 zal de fiscale rechter bevoegd worden voor geschillen uitstel van betaling en kwijtschelding.
(Naar verwachting volgt per 1 januari 2027 een wijziging van de Invorderingswet 1990 (art. 25 en 26 IW 1990, Wet Stroomlijnen) waarbij de fiscale rechter bevoegd wordt voor geschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding van rijksbelasting. Momenteel is voor invorderingsgeschillen de administratieve rechtsgang bij de Belastingdienst voorhanden en is de civiele rechter bevoegd voor invorderingsgeschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding van belasting; de rechtsgang naar de fiscale rechter is nu nog beperkt tot aansprakelijkheidszaken. Uit de Kamerbrief van 6 juli 2023 (nr. 2023-0000138119) blijkt dat per 1 januari 2027 invorderingsgeschillen omtrent uitstel van betaling en kwijtschelding kunnen worden afgedaan door de belastingrechter). Zie V-N 2023/33.26.
Model I.C.13 Verzoek tot opschorting van de invordering in verband met een verzoekschrift gericht tot Zijne Majesteit de Koning, de Voorzitter van de Commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatieven uit de Tweede/Eerste Kamer der Staten-Generaal, de Nationale ombudsman of het Ministerie van Financiën
Per 1 juli 2024 is het invorderingsbeleid met betrekking tot uitstel van betaling gewijzigd. In art. 25.1.15 Leidraad Invordering 2008 is per 1 juli 2024 expliciet verwoord dat het voor de Ontvanger van de Belastingdienst duidelijk moet zijn wanneer de invordering moet worden opgeschort als er een verzoekschrift is ingediend door belanghebbenden bij de Belastingdienst, de Commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatief Tweede of Eerste Kamer, de Nationale Ombudsman of het ministerie van Financiën.
De Ontvanger van de Belastingdienst dient de invordering aan te houden (te schorsen) vanaf het moment dat hij op de hoogte is van de indiening van het verzoekschrift totdat op het verzoekschrift is beslist. Zie verder V-N Vandaag 2024/1429.
Model I.C.17 Beroepschrift gericht aan de directeur van de Belastingdienst in verband met de inbeslagneming van zaken die aan een derde toebehoren (bodembeslag)
Medio september 2024 is de voorgenomen herijking bodemrecht ter internetconsultatie voorgelegd (internetconsultatie liep tot 9 december 2024). Wijzigingen van het fiscale bodem(voor)recht kunnen (aanzienlijke) gevolgen hebben voor onder meer ondernemers, financieringsmaatschappijen, leasemaatschappijen en curatoren. De Belastingdienst kan alleen een beroep doen op het fiscale bodem(voor)recht ten aanzien van zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden. In de praktijk gaat het bij bodemzaken doorgaans om de inventaris van een bedrijf. Handelsvoorraden en showroommodellen zijn geen bodemzaken. In beginsel behoren voertuigen, bijvoorbeeld bedrijfsauto’s, niet tot de bodemzaken. In de eerste helft van 2025 zal de staatssecretaris de Kamer informeren over de uitkomst van de internetconsultatie en de nadere uitwerking. Zie V-N 2024/46.19.
Model I.C.35a Verzoek om uitstel van betaling voor een conserverende aanslag inkomstenbelasting in verband met inkomen (fictieve winst) uit aanmerkelijk belang (regime Wet IB 2001)
Bij de Fiscale verzamelwet 2026, die naar verwachting per 1 januari 2026 in werking zal treden, zal de uitstelfaciliteit bij emigratie van art. 25 lid 8 IW 1990 worden gewijzigd (een wetsvoorstel is nog in voorbereiding). In kort komt het erop neer dat de bijzondere uitstelfaciliteit voor conserverende aanslagen inkomstenbelasting zal worden uitgebreid.
(Bestaand heffingsbeleid met betrekking tot de geruisloze inbreng in een BV/NV door een in het buitenland woonachtige aandeelhouder zal worden omgezet in een wettelijke uitstelfaciliteit, waarbij geen invorderingsrente is verschuldigd tijdens het uitstel (op grond van art. 28 lid 3 IW 1990) en waarbij geen verrekening (op grond van art. 24 IW 1990) mag plaatsvinden. De beslissing aangaande het uitstel van betaling door de Ontvanger van de Belastingdienst zal worden aangemerkt als een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking in de zin van de AWR (op grond van art. 1b lid 1UR IW 1990). Zie V-N 2024/37.3.
Model I.C.40a Verzoek om uitstel van betaling van een toeslagschuld in verband met betalingsproblemen (betalingsregeling op basis van betalingscapaciteit)
III Capita Selecta
III.A Inbreng in de onderneming in de BV
Bevat slechts een redactionele aanpassing (de nieuwe Dienst/Toeslagen en aanvulling onderdeel Literatuur).
III.A Capita selecta, inbreng in de BV: wettelijke regeling per 1-1-2026 in de invorderingswet i.p.v. in bijlage besluit geruisloze inbreng met betrekking tot uitstel van betaling ten behoeve van buiten Nederland wonende aandeelhouders, waardoor de rechtsbescherming beter tot zijn recht komt. Ook wordt een ‘gaatje’ in het systeem gerepareerd bij de toerekening van aanmerkelijk belang inkomen aan partners.
Producten: Fiscale Modellen