I Formeel belastingrecht

I.C Invordering

Model I.C. 4 Uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen
Model I.C. 5 Beroepschrift bij de directeur van de Belastingdienst (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)
Model I.C. 6 Uitstel van betaling in verband met betalingsproblemen wegens bijzondere omstandigheden
Model I.C. 13 Verzoekschriften ter opschorting van de invordering (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)
Model I.C. 17 Beroepschrift bij de directeur van de Belastingdienst in verband met een gelegd bodembeslag (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)
Model I.C.22 Mededelingsplicht bodemzaken (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)
Model I.C. 23 Beroepschrift bij de directeur van de Belastingdienst in het kader van beslissing over kwijtschelding van rijksbelasting (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)
Model I.C. 35a Uitstel van betaling voor conserverende aanslag IB i.v.m. inkomen uit aanmerkelijk belang (het geactualiseerde model is binnenkort beschikbaar op Inview)

actueel t/m 30-09-2024

Wat is er gewijzigd in bovenstaande modellen? Door wat/welke regeling?

Uitstel van betaling/opschorting invordering
Per 1 juli 2024 is het invorderingsbeleid met betrekking tot uitstel van betaling gewijzigd. In artikel 25.1.15 Leidraad Invordering 2008 is per 1 juli 2024 expliciet verwoord dat het voor de Ontvanger van de Belastingdienst duidelijk moet zijn wanneer de invordering moet worden opgeschort wanneer er een verzoekschrift is ingediend door belanghebbenden bij de Belastingdienst, de Commissie voor de Verzoekschriften en Burgerinitiatief Tweede of Eerste Kamer, de Nationale Ombudsman of het ministerie van Financiën. De Ontvanger van de Belastingdienst dient de invordering aan te houden (te schorsen) vanaf het moment dat hij op de hoogte is van de indiening van het verzoekschrift totdat op het verzoekschrift is beslist. Zie verder V-N Vandaag 2024/1429.

Invorderingsstrategieën
Uit de Kamerbrief van 26 april 2024 (TK 2023/24, 31066, nr. 1380, V-N 2024/26.21) volgt dat per 1 januari 2025 de implementatie van invorderingsstrategieën zal worden versneld. Ten eerste zal alsdan de kosteloze betalingsherinnering worden ingevoerd. Voorts wordt kwijtschelding van MRB onder specifieke voorwaarden mogelijk gemaakt, waarbij voorkomen moet worden dat burgers en ondernemingen die opzettelijk de belastingschuld hebben laten ontstaan of ernstig nalatig zijn geweest kwijtschelding kunnen krijgen. Daarnaast komt er een aanvullende betalingsregeling bij (overwaarde) illiquide vermogen voor belastingschulden en toeslagschulden. In dat verband zullen de Belastingdienst en de Dienst Toeslagen meer maatwerk leveren als mensen met schulden zaken moeten verkopen om deze te kunnen afbetalen.

Fiscale rechter bevoegd voor geschillen uitstel van betaling en kwijtschelding
Per 1 januari 2027 volgt een wijziging van de Invorderingswet 1990 (artikel 25 en 26 IW 1990) waarbij de fiscale rechter bevoegd wordt voor geschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding van rijksbelasting. Momenteel is voor invorderingsgeschillen de administratieve rechtsgang bij de Belastingdienst voorhanden en is de civiele rechter bevoegd voor invorderingsgeschillen over uitstel van betaling en kwijtschelding van belasting; de rechtsgang naar de fiscale rechter is nu nog beperkt tot aansprakelijkheidszaken. Uit de Kamerbrief van 6 juli 2023 (nr. 2023-0000138119) blijkt dat naar verwachting per 1 januari 2027 invorderingsgeschillen omtrent uitstel van betaling en kwijtschelding kunnen worden afgedaan door de belastingrechter. Zie V-N Vandaag 2023/1562.

Fiscale verzamelwet 2026: uitbreiding bijzonder uitstel van betaling voor conserverende aanslag inkomstenbelasting
Bij de Fiscale verzamelwet 2026, die naar verwachting per 1 januari 2026 in werking zal treden, zal de uitstelfaciliteit bij emigratie van artikel 25 lid 8 IW 1990 worden gewijzigd (een wetsvoorstel is nog in voorbereiding). De wijziging komt erop neer dat bestaand heffingsbeleid met betrekking tot de geruisloze inbreng in een BV/NV door een in het buitenland woonachtige aandeelhouder zal worden omgezet in een wettelijke uitstelfaciliteit, waarbij geen invorderingsrente is verschuldigd tijdens het uitstel (op grond van artikel 28 lid 3 IW 1990) en waarbij geen verrekening (op grond van artikel 24 IW 1990) mag plaatsvinden. De beslissing aangaande het uitstel van betaling door de Ontvanger van de Belastingdienst zal worden aangemerkt als een voor bezwaar en beroep vatbare beschikking in de zin van de AWR (op grond van artikel 1b lid 1 UR IW 1990). Zie V-N 2024/37.3.

Wijziging invorderingsrenteregeling
Naar verwachting zal per 1 januari 2027 de invorderingsrenteregeling worden gewijzigd bij de Fiscale verzamelwet 2025. Een belastingschuldige moet een belastingaanslag binnen de daarvoor geldende betalingstermijn voldoen. Wordt deze betalingstermijn overschreden, volgt het in rekening brengen van invorderingsrente. De voorgenomen wetswijziging betreft de reparatie van een omissie uit 2013, waarbij het in rekening brengen van invorderingsrente bij verliesverrekening bij inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting verviel. Geregeld wordt per 1 januari 2027 dat er wél invorderingsrente in rekening wordt gebracht wanneer de belastingaanslag waarvan de geldende betaaltermijn is verstreken, wordt verrekend met een terug te geven bedrag als gevolg van een verliesverrekening.

Herijking bodemrecht
Medio september 2024 is de voorgenomen herijking bodemrecht ter internetconsultatie voorgelegd (internetconsultatie loopt tot 9 december 2024). Wijzigingen van het fiscale bodem(voor)recht kunnen (aanzienlijke) gevolgen hebben voor onder meer ondernemers, financieringsmaatschappijen, leasemaatschappijen en curatoren. De Belastingdienst kan alleen een beroep doen op het fiscale bodem(voor)recht ten aanzien van zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden. In de praktijk gaat het bij bodemzaken doorgaans om de inventaris van een bedrijf. Handelsvoorraden en showroommodellen zijn geen bodemzaken. In beginsel behoren voertuigen, bijvoorbeeld bedrijfsauto’s, niet tot de bodemzaken. In de eerste helft van 2025 zal de staatssecretaris de Kamer informeren over de uitkomst van de internetconsultatie en de nadere uitwerking. Zie V-N vandaag 2024/1853.

Er is zijn drie beleidsrichtingen ter internetconsultatie voorgelegd:
1- Modernisering van het fiscale bodem(voor)recht;
2- Het fiscale bodem(voor)recht vervangen door een nieuw bijzonder verhaalsrecht voor de Belastingdienst;
3- Het fiscale bodem(voor)recht afschaffen en andere invulling positie Belastingdienst.

Gevolgen van wijzigingen in bovenstaande modellen voor adviseur/ondernemer?

De adviseur en de ondernemer die met invordering van belasting en invorderingsgeschillen te maken krijgen kunnen zich nu al verdiepen in de specifieke invorderingsonderdelen van aanstaande wetgeving.