Op dinsdag 14 maart 2023 is nummer 13 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Afstaan feitelijke beschikkingsmacht aan verbonden persoon leidt tot ongebruikelijke terbeschikkingstelling
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het ter beschikking stellen van een bedrijfsgebouw aan een verbonden persoon onder voorwaarden die zich tussen derden niet zouden voordoen, leidt tot een ongebruikelijke terbeschikkingstelling. (punt 3) - Belastingdienst gaat vastgoedbeleggingen via STAK in box 3 monitoren
De Belastingdienst gaat de komende tijd monitoren of structuren via een zogenoemd stichting administratiekantoor (STAK) vaker voorkomen onder het overbruggingsstelsel box 3. (punt 4) - Politiek akkoord over ‘Windsor Framework’ tussen VK en EU
Op 27 februari 2023 hebben de Europese Commissie en het Verenigd Koninkrijk een politiek akkoord bereikt over het Windsor Framework. Het akkoord bevat nieuwe afspraken voor Noord-Ierland en de grens met Ierland. (punt 8) - Grondslag heffing erfbelasting betreft omvang erfrechtelijke verkrijging en niet omvang nalatenschap
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bij de bepaling van de hoogte van de verschuldigde erfbelasting niet zozeer gaat om de omvang van de (erfrechtelijke) nalatenschap maar om de omvang van de (erfrechtelijke) verkrijging. (punt 9) - Internetconsultatie conceptwetsvoorstel beperking samenloopvrijstelling in overdrachtsbelasting
Het Ministerie van Financiën heeft een conceptwetsvoorstel ter consultatie voorgelegd waarin de samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt gewijzigd, zodat in elk geval heffing van overdrachtsbelasting plaatsvindt bij de verkrijging van nieuwe onroerende zaken via een (kwalificerend) aandelenbelang in een OZR. (punt 11) - Belgische BTW-vrijstelling voor levering onroerende zaken ook van toepassing na eerste ingebruikneming
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor de levering van een gebouw of een gedeelte ervan ook geldt voor de levering van een gebouw, waarvan een eerste ingebruikneming heeft plaatsgevonden vóór de verbouwing ervan. (punt 14) - Voor vergoedingsrechten tussen echtgenoten geldt verjaringstermijn van 20 jaar
De civiele kamer van de Hoge Raad oordeelt dat op vergoedingsrechten tussen echtgenoten de verjaringstermijn van 20 jaar van toepassing is. (punt 19)
Producten: Inhoudsopgave V-N
18