Op 18 maart 2025 is nummer 13 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Op 31 december 2012 bestaande eigenwoningschuld valt niet in box 3
De Hoge Raad oordeelt dat het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningleningen algemeen en dwingend is geformuleerd. De overgangsregeling gaat vóór de rangorderegeling, waar X zich op beroept, en er is niet voorzien in een ‘opt-out’-mogelijkheid. (punt 3) - Paardenaccommodatie is geen aanhorigheid van de woning
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de paardenaccommodatie geen aanhorigheid van de eigen woning is en dat de financieringsrente derhalve niet aftrekbaar is als eigenwoningrente. (punt 4) - Forfaitaire rendementspercentages 2024 voor box 3 vastgesteld
Voor het kalenderjaar 2024 bedraagt het forfaitair rendementspercentage in box 3 voor de categorie banktegoeden 1,44% en voor de categorie schulden 2,61%. (punt 6) - KG-standpunt geeft richtlijnen over zakelijke rente bij koopsomleningen voor aandelen in arbeidsrelaties
De Kennisgroep loonheffing algemeen heeft een standpunt ingenomen over het vaststellen van een zakelijke rente bij een koopsomlening, die wordt aangegaan ter financiering van de aankoop van aandelen in de werkgever. (punt 8) - KG-standpunt: spoedreparatiemaatregel fiscale eenheid werkt niet verder door na slagen tegenbewijsregeling handel in verlieslichamen
De spoedreparatiemaatregel van art. 15 lid 16 en 17 Wet VPB 1969 werkt niet verder door indien na een belangrijke aandeelhouderswijziging wordt voldaan aan de tegenbewijsregeling van art. 20a lid 4 Wet VPB 1969. (punt 11) - Verlaagd overdrachtsbelastingtarief ondanks voortgezette bewoning door verkopers gedurende twee jaar na verkrijging
Hof Den Haag oordeelt dat het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van toepassing is, ook als de woning pas twee jaar na de verkrijging als hoofdverblijf wordt gebruikt. Directe bewoning is volgens het hof niet vereist. (punt 16) - A-G Koopman: Hof onderbouwt onvoldoende dat fout redelijkerwijs kenbaar was
A-G Koopman concludeert na een uitgebreide analyse dat het hof onvoldoende onderbouwt waarom de fout voor X redelijkerwijs kenbaar was. (punt 18)
Producten: Inhoudsopgave V-N
67