Op dinsdag 26 maart 2024 is nummer 15 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Wijziging verzamelbesluit aanmerkelijk belang
De Staatssecretaris van Financiën heeft het verzamelbesluit aanmerkelijk belang (V-N 2018/22.2) gewijzigd. De wijzigingen betreffen onderdeel 5.4 waarin voor de dienstbetrekkingseis in een aantal situaties goedkeuringen zijn opgenomen. Verder is in onderdeel 5.8 een goedkeuring opgenomen voor de vereenvoudigde juridische zusterfusie. (punt 3) - Premiedeel ouderenkorting voor niet-inwoners op dezelfde wijze berekend als het IB-deel
De Hoge Raad oordeelt dat voor een niet-kwalificerende buitenlandse belastingplichtige de PVV-heffingskorting moet worden berekend op basis van de standaardheffingskorting. De ouderenkorting is afhankelijk van het belastbare binnenlandse inkomen uit werk en woning en niet van het wereldinkomen. (punt 8) - Verliesverrekeningsbeperking volgens A-G ook van toepassing op latente verliezen
A-G Wattel concludeert dat de verliesverrekeningsbeperking van art. 20a Wet VPB 1969 ook geldt voor de latente verliezen van X bv. Gezien de jurisprudentie en de wetsgeschiedenis is het niet aannemelijk dat de wetgever wil dat latente verliezen ten goede komen aan nieuwe aandeelhouders. (punt 9) - A-G HvJ EU beantwoordt prejudiciële vragen Rechtbank Gelderland over BTW-vrijstelling bedrijfstakpensioenfondsen
A-G HvJ EU Kokott concludeert dat (bedrijfs)pensioenfondsen die een defined-benefitregeling voeren geen ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’ zijn wanneer het beleggingsfonds niet voor het publiek toegankelijk is, geen terugbetalingsverplichting bestaat die vergelijkbaar is met die van een icbe en deelnemers geen risico’s lopen vergelijkbaar met de risico’s die beleggers in een icbe lopen. (punt 13) - A-G Koopman doet oproep aan Hoge Raad om excessief formalisme te stoppen
A-G Koopman is van mening dat het niet verstandig is de dwangsomregeling toepasbaar te achten als in een uitspraak op bezwaar ten onrechte geen uitdrukkelijke beslissing over de kostenvergoeding staat. De Hoge Raad moet het excessief formalisme een halt toeroepen. (punt 16) - Prejudiciële vraag of verkorte standaardmotivering door hoogste rechter is toegestaan bij uitleg van Unierecht
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is van oordeel dat sprake is van een 'acte éclairé' en wil een verkort gemotiveerde uitspraak doen, maar is er niet zeker van of dit in overeenstemming is met het Hof van Justitie EU arrest-Consorzio. De Afdeling stelt een prejudiciële vraag. (punt 21)
Producten: Inhoudsopgave V-N
86