Op 8 april 2025 is nummer 16 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Werkkostenregeling heeft geen invloed op loonbegrip pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding
De Hoge Raad oordeelt dat de gericht vrijgestelde 30%-vergoeding ook tot het loon in de zin van art. 32bb Wet LB 1964 behoort. De rechter kan aan het begrip loon geen invulling geven die afwijkt van de Wet LB 1964. (punt 9) - SW-waarderingsvoorschriften niet dwingend toepasbaar bij waardering certificaten
De Hoge Raad oordeelt dat de waardebepaling van een onroerende zaak die behoort tot het vermogen van een BV niet dwingend is voorgeschreven in art. 21 lid 5 SW 1956. De uitleg die het hof aan de bepalingen omtrent de waardebepaling heeft gegeven is te ruim. (punt 17) - A-G: prejudiciële vragen over intrekking vergunning beperkt fiscaal vertegenwoordiger en art. 23-vergunning
A-G Ettema concludeert dat bij de intrekking van de vergunningen niet is voldaan aan de voorwaarden die worden gesteld in art. 33g lid 6 Wet OB 1968. De voorwaarden waaronder een vergunning wordt afgegeven en de gronden om deze in te trekken moeten namelijk worden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Wel adviseert de advocaat-generaal om prejudiciële vragen te stellen. (punt 18) - Cassatie in het belang der wet over wettelijke beperkingen proceskostenvergoeding in Mulderzaken
A-G Keulen kan zich niet vinden in het oordeel van Hof Arnhem-Leeuwarden dat de per 1 januari 2024 ingevoerde wettelijke beperkingen van de proceskostenvergoedingen in Mulderzaken buiten toepassing moeten worden gelaten. Het hof had moeten nagaan of de wetgever de ‘margin of appreciation’ heeft overschreden door de proceskostenvergoedingen voor Mulderzaken te beperken. Dat is volgens de advocaat-generaal niet het geval. De advocaat-generaal verzoekt de Hoge Raad het arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden in het belang der wet te vernietigen. (punt 22) - Piloten verliezen civiele rechtszaak tegen KLM
Hof Den Haag oordeelt na verwijzing door de Hoge Raad dat de piloten op de hoogte waren of moesten zijn van hun verplichting om in Nederland inkomstenbelasting over hun KLM-inkomen te betalen. De vorderingen van de piloten worden afgewezen. (punt 26) - Verschoningsrecht wordt niet prijsgegeven door indienen processtuk in fiscale procedure
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank het beklag van de advocaat geheel niet-ontvankelijk had moeten verklaren. Uit de feiten blijkt namelijk dat er geen inbeslagname heeft plaatsgevonden en dat de gegevens ook niet op basis van een vordering zijn verstrekt. Ten overvloede worden over de reikwijdte en bescherming van het verschoningsrecht nog wel belangrijke (procedurele) opmerkingen gemaakt. (punt 27)
Producten: Inhoudsopgave V-N
160