Op 29 oktober 2024 is nummer 47 van Vakstudie Nieuws verschenen. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- In voorjaar 2025 besluitvorming over diverse fiscale inefficiënte regelingen
In het voorjaar van 2025 neemt volgens Staatssecretaris Idsinga van Financiën het kabinet een besluit over de invulling van het afbouwen en aanpassen van negatief geëvalueerde fiscale regelingen en constructies. (punt 3) - Zelfstandige timmerlieden zijn niet in dienst bij houthandel. Toelichting staatssecretaris
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur het bestaan van een gezagsverhouding niet aannemelijk maakt. De staatssecretaris stelde cassatieberoep in, maar geeft een toelichting bij de intrekking ervan. (punt 5) - KG-standpunt: inhaal oude buitenlandse verliezen in geval van vóór 2012 gestaakte vaste inrichting
De uitzondering van art. 33b lid 3 Wet VPB 1969 is volgens de Kennisgroep IBR VPB & winst niet van toepassing op de verplichte inhaal van vóór 2012 geleden verliezen van een vaste inrichting als de activiteiten van die vaste inrichting vóór 1 januari 2012 zijn gestaakt. (punt 9) - Renteaftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969 is verenigbaar met het Unierecht
Het Hof van Justitie EU oordeelt vast dat de Nederlandse renteaftrekbeperking van art. 10a Wet VPB 1969 een verschil in behandeling inhoudt dat in grensoverschrijdende situaties een afschrikkend effect kan hebben op de vrijheid van vestiging. Dit is echter legitiem om fraude en belastingontwijking te bestrijden. (punt 10) - KG-standpunt: BOR kan van toepassing zijn op aandelen ontstaan bij juridische splitsing na schenking
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kan volgens de Kennisgroep successiewet van toepassing zijn op aandelen die zijn ontstaan bij een juridische splitsing als deze splitsing na de schenking plaatsvindt, mits ten tijde van de schenking duidelijk is dat en hoe de splitsing plaatsvindt. (punt 14) - Exploitant oplaadpunt levert elektriciteit aan EV-gebruikers tenzij contracten anders uitwijzen
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de levering van elektriciteit voor het opladen van een elektrisch voertuig aan een oplaadpunt dat deel uitmaakt van een publiek toegankelijk netwerk van oplaadpunten een levering van goederen vormt in de zin van art. 14 lid 1 BTW-richtlijn. (punt 15)
Producten: Inhoudsopgave V-N
214