Op donderdag 17 december 2020 verschijnt nummer 64 van Vakstudie Nieuws. In deze aflevering zijn de volgende belangrijke zaken opgenomen:
- Memorie van antwoord wetsvoorstel Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen naar Eerste Kamer
Hoewel het keuzerecht 'bedrag ineens' een andere inwerkingtredingsdatum kent dan de maatregelen omtrent RVU-heffing en verlofsparen, acht de regering een ontkoppeling niet zinvol. (punt 3) - Novelle bij Belastingplan 2021 ingediend bij Tweede Kamer
De aansluiting bij de fiscale eenheid wordt voorlopig uit de Baangerelateerde investeringskorting (BIK) gehaald, waardoor de regeling niet meer kan worden toegepast op het niveau van een fiscale eenheid, maar alleen op het niveau van een individuele vennootschap. (punt 4) - Vereniging die recreatiepark exploiteert, drijft geen onderneming voor VPB
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X geen onderneming drijft. Haar activiteiten kwalificeren niet als meer dan normaal vermogensbeheer en X treedt niet in concurrentie. (punt 6) - Hof heeft winst Gibraltarese vennootschap met Nederlandse woning correct vastgesteld
De Hoge Raad oordeelt dat de Gibraltarese X Ltd. belastingplichtig is voor de Nederlandse VPB. Daarbij is niet van belang dat X Ltd. vóór 2008 nooit is uitgenodigd om aangifte te doen, zij nooit aangifte heeft gedaan en niet in de heffing is betrokken. Ook is de winst over 2008 correct berekend. (punt 7) - Heffingsvermindering verhuurderheffing volgens A-G investeringssubsidie en dus in mindering op kostprijs
A-G Wattel concludeert dat de heffingsvermindering verhuurderheffing een investeringssubsidie is en in mindering komt op de kostprijs van bedrijfsmiddelen waarin wordt geïnvesteerd. De A-G wijst daarbij op de wettekst en de wetsgeschiedenis. De vermindering verlaagt hierdoor niet de aftrekbare verhuurderheffing voor de VPB. (punt 8) - A-G HvJ EU adviseert nieuw onderzoek naar Belgische belastingregeling voor overwinst
A-G HvJ EU Kokott concludeert dat het Gerecht blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de steekproef van de Europese Commissie ten onrechte te kwalificeren als rechtens niet genoegzaam representatief en ontoereikend om een vaste administratieve praktijk te bewijzen. (punt 12) - Voor BTW-vrijstelling medische adviezen vereist dat adviezen onontbeerlijk zijn
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de BTW-vrijstelling voor diensten die nauw samenhangen met maatschappelijk werk en met de sociale zekerheid, onder voorwaarden van toepassing is op de diensten van E. (punt 14)
Producten: Inhoudsopgave V-N
0