Dr. J.H.M. Arts - De wettelijke grondslag van de onzakelijke lening
In de literatuur wordt aan de vraag hoe het leerstuk van de onzakelijke lening binnen het wettelijke systeem past, niet of nauwelijks aandacht besteed. In dit artikel onderzoek ik wat de wettelijke basis van de arresten van de Hoge Raad van 25 november 2011 is en hoe die arresten passen binnen het wettelijke systeem van de vennootschapsbelasting en de inkomstenbelasting. Ik behandel de vragen voor beide belastingen afzonderlijk omdat de beantwoording ervan voor de vennootschapsbelasting anders is dan voor de inkomstenbelasting. Ik ga ook in op het arrest HR 17 oktober 2014, BNB 2015/13, waarin de Hoge Raad beslist heeft wanneer een borgstelling door een aandeelhouder onzakelijk is. Ook bij dit arrest rijst de vraag hoe het binnen het wettelijke systeem te plaatsen is. Ik concludeer dat de Hoge Raad in de arresten van 25 november 2011 geen deugdelijke motivering gegeven heeft waarom het verlies op een onzakelijke lening omlaag voor de vennootschapsbelasting niet aftrekbaar is. Dat wordt niet opgelost door het arrest HR 15 maart 2013, BNB 2013/149, omdat de Hoge Raad daarin een hybride figuur gecreëerd heeft waarvoor de wet geen ruimte biedt. Door het arrest HR 15 maart 2013, BNB 2013/149, is aan het arrest HR 25 november 2011, BNB 2012/78, de basis ontvallen. Ik concludeer dat er voor de inkomstenbelasting geen wettelijke belemmeringen zijn voor de aftrek van het verlies op een onzakelijke lening ten laste van het resultaat uit overige werkzaamheden. Hetzelfde geldt voor een onzakelijke borgstelling.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. A.A. Kan en mr. M. Lambregts - De fiscale boetegrondslag bij omkering en verzwaring van de bewijslast
In het fiscale boeterecht wordt wel aangenomen dat de berekeningsgrondslag voor een fiscale boete (de boetegrondslag) gelijk is aan de belastingschuld, óók als de hoogte van de belastingschuld is vast komen te staan met toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast. Het feit dat de belastingschuld met omkering van de bewijslast is vastgesteld zou slechts een element vormen waarmee door de rechter rekening kan worden gehouden in het kader van de straftoemeting, oftewel bij de beoordeling of de opgelegde boete passend en geboden is. Recente jurisprudentie van de Hoge Raad doet echter vermoeden dat de belastingschuld alleen als boetegrondslag dienst kan doen voor zover de inspecteur bewijst dat dit bedrag als gevolg van de opzet of grove schuld van de belastingplichtige niet zou zijn betaald. In dit artikel bespreken wij deze belangwekkende ontwikkeling.
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Mr. M. Zeegers - Bitcoin; juridische en fiscale aspecten in beeld
Verslag van de debatmiddag over Bitcoins van het Zuidas Instituut voor Financieel recht en Ondernemingsrecht, gehouden op 20 november 2014 te Amsterdam
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Kluwer Navigator
Binnenkort in het Weekblad
De gewijzigde fictiefloonregeling
In dit artikel bespreken mr. B. Emmerig en mr. P.R. van der Waal de wijzigingen per 1 januari 2015 in de fictiefloonregeling. Betoogd wordt dat deze wijzigingen per saldo weinig veranderingen zullen opleveren en op één punt hebben geresulteerd in een regeling die de belastingplichtige in een betere positie brengen, hoewel de staatssecretaris het tegendeel beoogde.
Het lage tarief en de vrijstelling van erfbelasting: voor wie en waarom?
In deze bijdrage bespreekt prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken het voorstel dat D66 onlangs lanceerde onder de kop ‘D66 wil erfbelasting alleenstaanden verlagen'. Alleenstaanden zonder (pleeg)kinderen zouden de keuze moeten hebben om ‘een erfenis te geven die tegen hetzelfde tarief wordt belast als een erfenis die bestemd is voor kleinkinderen en verdere afstammelingen'. Het lagere tarief zou in de visie van D66 aan twee personen ‘kunnen worden gegeven'. De auteur gaat in op de achtergrond van de afzonderlijke tarieven en vrijstellingen in de Successiewet, waarna het voorstel van D66 wordt beoordeeld.