Op donderdag 26 april verschijnt nummer 7236. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. dr. W.R. Kooiman en mr. F.M. Witpeerd - Anonimisering door de CV: een leeuwenvennootschap

Een populaire manier om het bezit van vermogen te anonimiseren is door middel van een open CV die als houdstermaatschappij fungeert. Daarbij is de directeur-grootaandeelhouder de commanditaire vennoot van de CV en tevens enig bestuurder van de stichting die als beherend vennoot optreedt. De auteurs onderwerpen deze structuur aan een kritische beschouwing en identificeren verschillende civiel- en fiscaalrechtelijke risico’s. In de eerste plaats brengt de vaak scheve en onzakelijke winstverdeling tussen de commanditaire en beherend vennoot nietigheid met zich op basis van art. 7A:1672 BW (“de leeuwenvennootschap”). Daarnaast kan een CV alleen worden overeengekomen voor het uitoefenen van een bedrijf. Hoewel de auteurs onderkennen dat het begrip “bedrijf” ruimer lijkt te zijn dan het fiscale ondernemingsbegrip, betwijfelen zij of aan de bedrijfseis wordt voldaan in alle gevallen waarin deze structuur wordt toegepast. Ten derde loopt de commanditaire vennoot het risico het beheersverbod te overtreden door zijn functie als bestuurder van de stichting beherend vennoot. Tot slot kan de stichting voor fiscale doeleinden als transparant worden beschouwd.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Drs. J.E. van den Berg - De smartrobot onder de loonbelasting?

Dat robotisering en kunstmatige intelligentie in opkomst zijn, mag geen nieuws zijn. Dat de werkgever hier blij mee is ook niet. De werknemer wordt echter steeds meer verdrongen door robots. Zeker als er sprake is van smartrobots. Die nemen verantwoordelijkheid en besluiten. De auteur behandelt de vraag of deze smartrobots fiscaal dan niet op dezelfde manier als werknemers moeten worden behandeld.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. J. Sanders - Kortingsbetalingen buiten de keten

In de zaak-Boehringer Ingelheim heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat kortingsbetalingen aan een ander dan de afnemer de maatstaf van heffing voor de omzetbelasting kunnen verminderen. In deze bijdrage bespreekt de auteur de betekenis van die zaak.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. M.L. Veldhuijzen - Deelnemingsvrijstelling en verzekeringen

Een reactie op “Het verzekeren van fiscale risico’s in overnamecontracten” van mr. drs. R.J. Bondrager (WFR 2017/218). Met naschrift van mr. drs. R.J. Bondrager.

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair

Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Fiscale en socialezekerheidsrechtelijke rechtspositie van internationale chauffeurs in het mobiele werkverkeer

De toenemende mobiliteit van personen is een mooie aanleiding om de fiscale en sociale rechtspositie van internationale chauffeurs tewerkgesteld in het zeer mobiele werkverkeer, in het bijzonder de complexe interpretatie- en toepassingsproblemen, aan een kritische evaluatie te onderwerpen. In het bijzonder gaat mevr. dr. H.M.L. Niesten in op de problematiek van de fragmentatie van de heffingsbevoegdheid door een strikte toepassing van de fysieke aanwezigheid, en de discoördinatie tussen de fiscale toewijzingsregels (dubbelbelastingverdrag) en de socialezekerheidsrechtelijke aanwijsregels (Verordening 883/2004) die zich voor deze bijzondere groep van werknemers voordoet. In deze bijdrage wordt beargumenteerd dat de algemene regel van belastingheffing van inkomsten uit een dienstbetrekking door de werkstaat (op te vatten als de staat waar de werknemer fysiek aanwezig is) onvoldoende is afgestemd op de toestand van zeer mobiele werknemers die hun activiteiten uitoefenen in het internationaal weg- en treinverkeer. De bijdrage biedt een aantal suggesties over hoe kan worden gehandeld voor een minimalisatie van de gedetecteerde interpretatie- en toepassingsproblemen bij het bepalen van de heffingsbevoegdheid over de inkomsten van zeer mobiele werknemers tewerkgesteld in het internationaal weg- en treintransport.

Individuele straftoemeting in het fiscale bestuurlijke boeterecht

Bij het opleggen van fiscale (bestuurlijke) boeten – die soms miljoenen euro’s kunnen bedragen – is individuele straftoemeting van wezenlijk belang. In zijn dissertatie onderzoekt mr. dr. I.J. Krukkert dit specifieke rechtsterrein, waarbij hij zich heeft laten inspireren door de strafrechtelijke pendant: de laatste vraag van artikel 350 Sv naar de op te leggen sanctie. Op maandag 26 maart jl. promoveerde hij op dit onderzoek. In deze bijdrage geeft hij een globaal overzicht van de resultaten. Een integrale versie van het proefschrift zal verschijnen in de reeks Fiscale Monografieën (nr. 151).

Producten: WFR-signaleringen

7