Op donderdag 5 juli verschijnt nummer 7246. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Mr. drs. C.M. Dijkstra - De plicht om géén belasting te betalen
In het debat over fiscale ethiek wordt ruimschoots aandacht besteed aan de fair share gedachte: voor zover een belastingplichtige voordeel ondervindt aan de publieke goederen moet hij er ook een financiële bijdrage aan leveren. Deze opvatting is een uitvloeisel van het maatschappelijk verdrag waarbinnen de overheid een cruciale rol speelt. Maar wat als naar de overtuiging van de belastingplichtige de overheid zelf niet ‘fair’ is? Is de belastingplichtige dan nog gehouden zijn fair share te leveren? In deze bijdrage onderzoekt de auteur de speelruimte van de fiscale gewetensbezwaarden in het licht van de fair share gedachte.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. M.J. Velthoven - De Nederlandse bepalingen tegen dividendstripping in het BEPS-tijdperk
Naar aanleiding van jurisprudentie van de Hoge Raad werden in 2002 bepalingen tegen dividendstripping geïntroduceerd. Deze bepalingen pogen dividendstripping tegen te gaan door middel van het uitsluiten van personen als uiteindelijk gerechtigde op basis van een aantal geobjectiveerde factoren. De bepalingen kunnen ook van toepassing zijn op grensoverschrijdende dividenduitkeringen. De auteur bespreekt de belangrijkste elementen van de bepalingen en wijst hierbij op het statische karakter van de bepalingen. Dit statische karakter is volgens de auteur het gevolg van het door middel van objectieve criteria proberen te voorkomen van subjectief misbruik. Ook roept de auteur op tot een heroverweging van de grensoverschrijdende werking van de bepalingen gezien de huidige ontwikkelingen. Hierbij kan worden gedacht aan de algemene antimisbruikbepaling die in belastingverdragen zal worden opgenomen door middel van het Multilateraal Instrument.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Friedhoff MSc en M.L. Schippers LLM - HvJ Hamamatsu: een abrupt einde aan de wisselwerking tussen verrekenprijzen en douanewaarde?
De invloed van verrekenprijs(aanpassingen) op de vaststelling van de douanewaarde staat toenemend in de belangstelling. Te meer nu het Hof van Justitie recentelijk een opmerkelijk arrest heeft gewezen in de zaak-Hamamatsu. In deze bijdrage bespreken de auteurs in algemene zin de wisselwerking tussen verrekenprijzen en de douanewaarde en wordt in het bijzonder ingegaan op de impact van het arrest-Hamamatsu daarop. Vervolgens doen zij suggesties voor (nieuwe) (wettelijke) handvatten om het bepalen van verrekenprijzen en het vaststellen van de douanewaarde nader op elkaar af stemmen op basis van onder andere een rechtsvergelijking met de Verenigde Staten en Canada.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Spoedreparatie of slechts enkele kleine operaties voor een springlevende fiscale eenheid vennootschapsbelasting?
In deze bijdrage analyseert mr. drs. J.J.W.M. Koolen de gevolgen van de uitspraak van het Hof van Justitie EU in zijn arrest X BV en X NV van 22 februari 2018, ECLI:EU:C:2018:110, voor de fiscale eenheid vennootschapsbelasting. De auteur concludeert op basis van een historische analyse van de regeling van de fiscale eenheid dat de Hoge Raad bij het stellen van zijn prejudiciële vraag is uitgegaan van een veel te ver strekkend fiscale eenheidsbegrip. De auteur is van mening dat zelfs bij dat ver strekkende fiscale eenheidsbegrip de benodigde maatregelen om de fiscale eenheid in lijn te brengen met het Europese recht veel beperkter van omvang kunnen zijn dan aangekondigd is door de staatssecretaris. De auteur is bovendien van mening dat bij een grammaticale uitleg artikel 10a Wet Vpb 1969 niet in strijd was en in strijd is met het Europese recht. Hij vindt hiervoor ook steun in een wetshistorische interpretatie van het fiscale eenheidsregime.
Voorgenomen verkorting looptijd van de 30%-regeling per 1 januari 2019: overgangsrecht vereist?
Per 1 januari 2019 wordt de maximale looptijd van de 30%-regeling gekort van acht naar vijf jaar. Inzet van het kabinet is dat deze wijziging ook geldt voor werknemers die al gebruik maken van de regeling. Mr. H. de Vries geeft in artikel het antwoord op de vraag of er voor de huidige gebruikers overgangsrecht moet komen.
Producten: WFR-signaleringen