Op donderdag 1 oktober verschijnt nummer 7351. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen
Mr. S.E. Faber - Naar een einde aan de ophef over de dividendbelasting!
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. dr. J.P. Boer en prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis - De nationale aspecten van de voorgestelde Wet excessief lenen van de eigen vennootschap
De consultatieversie van het voorstel om excessief lenen bij de eigen vennootschap tegen te gaan uit 2019, heeft tot stevige kritiek geleid. In deze bijdrage onderzoeken de auteurs het op 17 juni 2020 ingediende wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen bv. Daarbij wordt in deze bijdrage uitsluitend aandacht besteed aan de werking van de voorgestelde maatregelen in nationale verhoudingen. De internationale aspecten komen in een separate bijdrage aan de orde. In deze bijdrage worden de achtergrond en doelstellingen van het wetsvoorstel kritisch besproken en wordt tevens ingegaan op de technische tekortkomingen van het wetsvoorstel. De auteurs roepen de wetgever op hier aandacht aan te besteden bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel teneinde de kwaliteit van wetgeving te verbeteren.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Drs. A.T.H. van der Linden - Een verzilverbare ‘zorgtoeslagkorting’ in de inkomstenbelasting: gouden idee?
In deze bijdrage laat de auteur zien hoe men de zorgtoeslag voor een burger lastenneutraal in de inkomstenbelasting kan integreren. De noodzaak voor een aparte aanvraag van de zorgtoeslag zou daarmee vervallen; één aangifte inkomstenbelasting zou volstaan. Dat heeft aanzienlijke voordelen. Zo neemt de complexiteit van het huidige stelsel af en wordt aan zowel het doenvermogen (burgers) als de uitvoerbaarheid (Belastingdienst) tegemoetgekomen. Daarnaast kan het niet-gebruik erdoor worden teruggedrongen. Ten slotte leidt integratie ertoe dat verbanden tussen beide regelingen geëxpliciteerd worden, hetgeen de voorspelbaarheid van het stelsel ten goede komt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Dr. F.J. Elsweier - Verliesverrekeningstemporisering
Wat is verliesverrekeningstemporisering? Is het een goed idee een dergelijke maatregel ook in Nederland te implementeren? Als het aan de Commissie belastingheffing multinationals ligt wel. In het rapport "Op weg naar balans in de vennootschapsbelasting" stelt de Commissie voor de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting te beperken tot maximaal 50% van de belastbare winst per jaar, in combinatie met een onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn en een doelmatigheidsdrempel van € 1 miljoen. Het kabinet is voornemens de aanbeveling van de Commissie over te nemen. In deze bijdrage gaat de auteur in op de mogelijke fiscale gevolgen en enkele aandachtspunten van een verliesverrekeningstemporisering in Nederland. Onder andere wordt ingegaan op de reikwijdte, overgangsrecht, toepassing op achterwaartse verliesverrekening, een vergelijkbare Duitse regeling en enkele samenloop situaties (bijvoorbeeld met de regeling tegen handel in verlieslichamen, de kwijtscheldingwinstvrijstelling, liquidatieverliesregeling en fiscale eenheid).
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
De internationale aspecten van de voorgestelde Wet excessief lenen van de eigen vennootschap
De consultatieversie van het voorstel om excessief lenen bij de eigen vennootschap tegen te gaan uit 2019, heeft tot stevige kritiek geleid. In deze bijdrage onderzoeken prof. dr. J.P. Boer en prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis het op 17 juni 2020 ingediende wetsvoorstel ‘Excessief lenen bij eigen bv’. Hierbij wordt in deze bijdrage uitsluitend aandacht besteed aan de werking van de voorgestelde maatregelen in internationale verhoudingen. Daarbij komen onder meer de complicaties bij immigratie, emigratie en remigratie aan de orde en wordt uitgebreid ingegaan op de interactie met de conserverende aanslag. De auteurs roepen de wetgever op aandacht te besteden aan de besproken onvolkomenheden en deze bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel te betrekken teneinde de kwaliteit van wetgeving te verbeteren.
Hard-to-value-intangibles: how hard can it be?
De overdracht van moeilijk te waarderen immateriële activa (ook wel hard-to-value-intangibles, hierna: HTVI) binnen concern staat sinds de recente publicatie van de MDR-Richtlijn van de Belastingdienst weer even in de schijnwerpers. De relevante vraag hier is of een overdracht van immateriële activa binnen concern in de definitie valt van ‘Hallmark E(2)’. Dit zal vaak het geval zijn, maar in de praktijk is de consequentie van het kwalificeren als HTVI voor belastingplichtigen veel belangrijker dan de meldingsplicht an sich. Moet elke belastingplichtige bij overdracht van HTVI serieus rekening houden met correcties achteraf door de fiscus? Dit lijkt op basis van de tekst in het Transfer Pricing Besluit wel het geval te zijn. Dit is echter wel erg vergaand gezien het oorspronkelijke doel van de regeling, die zag op het voorkomen van informatie asymmetrie. Belangrijkste uitgangspunt blijft dat bij zowel belastingplichtige als Belastingdienst dezelfde informatie beschikbaar is ten tijde van de overdracht. In zo’n geval kan volgens de Transfer Pricing Guidelines geen correctie worden opgelegd door de Belastingdienst. Maar hoe zorg je daar nu voor? Het artikel biedt inzichten in praktische ervaringen van B.W.J. Konings en D. Morren met deze regeling en biedt een alternatief aan wat zowel voor de praktijk als voor de fiscus zou kunnen werken.
Producten: WFR-signaleringen