Op donderdag 6 januari 2022 verschijnt nummer 7412. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- Mr. dr. J.J.M. Jansen - Voorwoord
- Mr. A. Nolten en J.R. Goudsmit LLM - De fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen: Het wiel opnieuw uitvinden?
In deze bijdrage gaan wij in op het onderzoek naar de fiscale behandeling van eigen vermogen en vreemd vermogen van de Staatssecretaris van Financiën. Wij hadden meer diepgang verwacht van het onderzoek en concluderen dat de bal bij de Europese Commissie wordt gelegd. Een breder onderzoeksperspectief en meer aandacht voor te implementeren alternatieven had deze uitkomst wat ons betreft kunnen voorkomen. - D. de Vries LLM MSc MA - Nieuwbouw voor starters tegen het lage btw-tarief
In deze bijdrage oppert de auteur de mogelijkheid tot het toepassen van het lage btw-tarief op nieuwbouwwoningen voor starters, hetgeen voor deze doelgroep een 10% lagere aankoopprijs betekent. De Btw-richtlijn van de EU biedt hiertoe fiscaal de mogelijkheid en, in tegenstelling tot Nederland, wordt in veel EU-landen ook daadwerkelijk van deze optie gebruik gemaakt. Deze bijdrage besluit dan ook met het aanmoedigen van politici om de hier gepresenteerde maatregel snel doch grondig te onderzoeken. - Mr. M. de Smet - De tussenwaarde bij gefaciliteerde fusies en splitsingen in een tijd van COVID-19
Over de relevantie van een implementatie van de tussenwaarde bij gefaciliteerde fusies en splitsingen. Vereenvoudiging van het Vennootschapsbelastingrecht staat voorop. Naarmate het aantal reorganisaties toeneemt, neemt het belang van de tussenwaarde evenredig toe. Het leidt tot verdere overeenstemming met het neutraliteitsbeginsel en de totaalwinstgedachte. Tegelijkertijd lijkt de budgettaire schade van een dergelijke implementatie beperkt te zijn. - In Memoriam Prof. Frans Vanistendael
Binnenkort in het Weekblad
Beschikbaar gesteld voor implementatie’: het begin van de 30-dagen-termijn onder DAC6
Intermediairs moeten meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies melden bij de Belastingdienst binnen dertig dagen nadat zij beschikbaar zijn gesteld voor implementatie, gereed zijn voor implementatie of de eerste stap van implementatie is gezet. Indien een melding te laat wordt ingediend kan dit beboet worden met een geldboete van ten hoogste EUR 870.000. Alle reden dus om goed te beoordelen wanneer de dertig-dagen-termijn begint te lopen. In deze bijdrage gaan T. Clappers LL.M. en mr.dr. J.J.A.M. Korving in op die vraag. Zij verwijzen daarbij naar internationale en nationale bronnen en doen aanbevelingen hoe het begrip ‘beschikbaar stellen voor implementatie’ zou moeten worden uitgelegd.
Homogeniteit van de populatie bij toepassing van de geldsteekproef
In een uitspraak van 11 februari 2021 oordeelde Gerechtshof ’s-Hertogenbosch dat een populatie als homogeen moet worden beschouwd als deze bestaat uit de uitgaven van dezelfde belastingplichtige. Dat is een belangrijk uitgangspunt, dat ook door de Belastingdienst wordt gehanteerd bij het toepassen van een geldsteekproef in de fiscale controle. In deze bijdrage gaat C. Buitenhuis RA in op de materiële betekenis van de term ‘homogeniteit’ in het kader van een populatie waaruit een geldsteekproef is getrokken. Daarbij gaat de auteur ook in op de berechte casus en de overwegingen en conclusies van de rechters.
Producten: WFR-signaleringen