Op donderdag 10 november 2022 verschijnt nummer 7453. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- Dr. A.W. Hofman - Ontwikkelingen inzake de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting
De auteur bespreekt een aantal ontwikkelingen inzake de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting vanaf 2021. Door voortdurend toenemende complexiteit komt een steeds zwaardere hypotheek op het stelsel te rusten. De auteur doet verschillende suggesties om te voorkomen dat onnodige complexe regels worden ingevoerd of gehandhaafd. - Mr. M.W.C. Soltysik en mr. dr. A.E. Spiessens - Het vereiste rechtstreekse en onmiddellijke verband in de btw
In dit artikel staat het rechtstreekse en onmiddellijke verband tussen afgenomen en verrichte belaste prestaties centraal. Er wordt aan de hand van met name Europese jurisprudentie onderzocht onder welke omstandigheden dit verband aanwezig is. De auteurs onderscheiden diverse criteria en zijn kritisch met betrekking tot het zonnepanelen-arrest. - Mr. M.U.M.A. Waaijer-Linders BA - Laat fiscale geheimhoudingsplicht de toegankelijkheid van de Collectie Nederland niet belemmeren
Verzoeken om openbaarmaking van de cultuurgoederen die na kwijtschelding van erfbelasting op grond van artikel 67 lid 3 Successiewet 1956 door de staat zijn verkregen, worden niet gehonoreerd. In deze bijdrage wordt onderzocht of en in hoeverre de fiscale geheimhoudingsplicht uit artikel 67 AWR een belemmering vormt voor openbaarmaking. Het belang van duidelijkheid hierover wordt in het kader van de politieke evaluatie van het rapport Onvervangbaar & Onmisbaar van de Commissie Collectie Nederland benadrukt. - Rubriek Parlementair
Binnenkort in het Weekblad
Enkele knelpunten bij liquidatieverliezen in tussenhoudstersituaties
In deze bijdrage wordt ingegaan op knelpunten in de praktijk bij toepassing van de liquidatieverliesregeling op gelaagde structuren. S.C.A. Claessen MSc en mr. S.A. Tijl analyseren deze knelpunten, dragen mogelijke oplossingsrichtingen aan voor belastingplichtigen en doen enkele aanbevelingen aan de wetgever en de beleidsmaker.
Enige opmerkingen bij het Verrekenprijsbesluit 2022
In dit artikel over het Verrekenprijsbesluit 2022, het eerste in een serie van drie, gaat mr. R.P.F.M. Hafkenscheid in op een aantal algemene standpunten van de Staatssecretaris, bijvoorbeeld over de status van de OESO-richtlijnen voor de Nederlandse heffing en de vraag of de OESO-richtlijnen terugwerkende kracht hebben. Ook wordt ingegaan op het standpunt dat verrekenprijsaanpassingen gemaakt zouden kunnen worden in afwijking van de OESO-richtlijnen in situaties waarin geen corresponderende heffing plaatsvindt. De auteur bepleit verder een ruimer gebruik van de discounted cashflow methode bij de beoordeling van de zakelijkheid van operationele transacties in een supply chain. Ten slotte gaat de auteur in op de invloed van risk control op verrekenprijzen in situaties dat het hoofdkantoor sterk betrokken is bij (grote risicovolle) investeringen door groepsvennootschappen. Hij meent dat deze situaties onnauwkeurig zijn afgebakend van dienstverlening binnen concern.
Producten: WFR-signaleringen