Op 17 september 2024 is nummer 7542 verschenen. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

  • Prof. mr. dr. P.G.H. Albert - Op naar een eervolle bijdrage
  • Drs. C. Overduin - De buitenlandse tweede woning anno 2024: op papier vrijgesteld, in werkelijkheid in Nederland belast
    De inwoner van Nederland met een vakantiewoning in het buitenland heeft recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. In box 3 is dat ingewikkelder dan je zou verwachten. De huidige versie van het Besluit voorkoming dubbele belasting resulteert volgens de auteur in een onjuiste belastingvermindering. Per saldo moet in Nederland toch belasting betaald worden over dit buitenlandse bezit, ondanks dat de vrijstellingsmethode geldt. Ook is er strijdigheid met het De Groot-arrest en mogelijk ook met overig Unierecht.
  • Drs. D. van Meijgaarden - Praktische toepassing van de innovatiebox
    In deze bijdrage bespreekt de auteur de innovatieboxregeling in Nederland, die innovatie bevordert door een verlaagd belastingtarief van 9% toe te passen op winsten uit immateriële activa (IVA). Hij gaat daarbij in op de voorwaarden waaraan vennootschapsbelastingplichtige ondernemingen moeten voldoen, waaronder het hebben van zelf voortgebrachte IVA’s ondersteund door een WBSO-verklaring. Tevens worden in het artikel de regeling zelf en een aantal veelvoorkomende praktijksituaties toegelicht. De innovatiebox, voorheen bekend als de octrooibox, is geïntroduceerd om innovatie te stimuleren door het verlagen van het effectieve belastingtarief op winsten uit innovatie. Nederland heeft een uitgebreide kenniseconomie, waardoor veel bedrijven in het MKB-segment in aanmerking komen voor deze fiscale faciliteit. Dit artikel richt zich op de praktische toepassing van de innovatieboxregeling in Nederland, inclusief de complexiteiten en valkuilen. Eerst wordt de regeling toegelicht, waarna specifieke complicerende factoren worden besproken.
  • Prof. mr. dr. P.G.H. Albert - De puinhoop van box 3: een terugblik en vooruitblik
    De auteur reageert op een bijdrage van Heithuis en Segers in WFR 2024/212 (‘De puinhopen van acht jaar box 3’). Hij is, anders dan Heithuis en Segers, van mening dat de oorzaak van de puinhoop niet bij de Hoge Raad ligt en dat de regels van de Hoge Raad omtrent de bepaling van het werkelijke rendement geen risico op strijd met het EVRM oplevert.
  • Prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis & mr. R.J.C. Segers AA RB - Naschrift
  • Rubriek Parlementair

Producten: WFR-signaleringen

209