Op 2 januari 2025 is nummer 7556 verschenen. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- V.L. Meijerman - Evenredigheid en formeel-wettelijk belastingrecht, hit of hype?
- S.P. van Mierlo LLM & mr. dr. R. Snoeij - Uiteindelijk gerechtigde als voorwaarde voor de inhoudingsvrijstelling en de (on)verenigbaarheid met het Unierecht
In dit artikel behandelen de auteurs het vereiste van het zijn van uiteindelijk gerechtigde in situaties die worden bestreken door de Moeder-dochterrichtlijn. Er wordt ingegaan op de Unierechtelijke kwetsbaarheid van art. 4 lid 4 Wet DB 1965, de relevantie voor art. 4 lid 3 onderdeel c Wet DB 1965 en de verhouding tot intra-EU-belastingverdragen. - L.I. Ehrencron LL.B. BSc - De waardering van de doorgeschoven AB-claim getoetst aan het arrest BNB 2022/214
Rechtbank Gelderland heeft geoordeeld dat een latente AB-claim in het kader van de verdeling van een ontbonden huwelijksgoederengemeenschap moet worden gesteld op de nominale waarde en niet de contante waarde. De auteur bespreekt of deze uitspraak juist is, in het licht van het arrest BNB 2022/114. - W. Boei LL.M & L.K. Voogt LL.B - Hebben Pillars I en II wel toekomst?
Verslag van het najaarscongres van EFS, Erasmus University Rotterdam, gehouden op 3 oktober 2024 in de Forumzaal van de Erasmus Universiteit Rotterdam. - Redactie - Heidelberger Steuerrechtpreis voor Peter Essers
- Rubriek Parlementair
Producten: WFR-signaleringen
147