Rechtbank Gelderland oordeelt dat X geen IB-ondernemer is. De enkele inschrijving bij de Kamer van Koophandel is niet voldoende en uit niets blijkt dat X rechtstreeks was verbonden voor verbintenissen van de vof.

De ouders van X exploiteren in vof-verband een bloemenhandel. In 2016 treedt de dan 15-jarige X toe tot de vof, terwijl hij nog de (voltijds)opleiding tot bloemist volgt. In geschil is of X in dat jaar al als IB-ondernemer kwalificeert en of hij alsnog een winstaandeel van € 12.000 kan krijgen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X in geen IB-ondernemer is. De enkele inschrijving bij de Kamer van Koophandel is niet voldoende en uit niets blijkt dat X rechtstreeks was verbonden voor verbintenissen van de vof. Bovendien gaf X zijn aandeel in de winst in 2017 nog steeds aan als resultaat uit overige werkzaamheden en zou hij in 2016 volgens krantenartikelen alleen meewerken in de onderneming van zijn ouders. Facturen die zouden aantonen dat X naast zijn vof-deelname nog een eenmanszaak zou drijven, worden als ongeloofwaardig gepasseerd. Zo staat op de facturen een emailadres van een andere cliënt van de gemachtigde en was X toen ook niet bekend als BTW-ondernemer. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 12 januari

Carrousel: Carrousel

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen