Naar schatting 3000 multinationals in Nederland vallen onder de reikwijdte van het minimumniveau aan belastingheffing (Pijler 2). Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij op de vragen van de Eerste Kamer over de BNC-fiches met betrekking tot de richtlijnvoorstellen over het minimumniveau aan belastingheffing en over het tegengaan van misbruik van doorstroomvennootschappen.
Het aantal van 3000 multinationals is gebaseerd op de multinationals die nu ook al vallen onder de meldingsplicht van de Country-by-Country Reporting. Doordat het gaat om dezelfde groep worden de extra administratieve lasten beperkt.
Het inbedden van Pijler 2 in de VPB is vanuit wettechnisch oogpunt erg ingewikkeld. De voorgestelde heffing op basis van Pijler 2 wijkt op meerdere aspecten af van de VPB. Zo is het uitgangspunt van Pijler 2 de winst overeenkomstig de jaarverslaggeving, niet de fiscale winst. Daarom is gekozen voor een zelfstandige heffingswet. Dit voorkomt ook dat de complexiteit van de VPB nog verder toeneemt.
In de laatste compromisversie van het richtlijnvoorstel is ervoor gekozen om de verplichte uniforme sanctiebepalingen niet in het voorstel op te nemen, maar lidstaten slechts te verplichten om effectieve, proportionele en afschrikwekkende boetes te implementeren. Nederland gaat hiermee akkoord en neemt nationaalrechtelijk langs deze lijnen sanctiebepalingen op in het implementatiewetsvoorstel.
Er is ondanks het verzoek van Nederland geen evaluatiebepaling opgenomen in de laatste versie van het richtlijnvoorstel van Pijler 2. De implementatiedatum is vastgesteld op 31 december 2023. Het is nog niet duidelijk wanneer het richtlijnvoorstel opnieuw wordt geagendeerd voor besluitvorming.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 3 mei
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel