Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de boete niet gematigd hoeft te worden ondanks het omkeren van de bewijslast. De inspecteur maakt de correcties namelijk ook zonder omkering van het bewijs aannemelijk.

X is via zijn holding en een stichting actief betrokken bij de exploitatie van een groot horecabedrijf. Alleen X en zijn vriendin zijn gemachtigd om in het betreffende kassasysteem mutaties door te voeren. Bij een boekenonderzoek blijkt uit gegevens van het gecertificeerde systeem dat op jaarbasis ruim € 1,5 miljoen omzet verdwijnt. In geschil is de IB-navordering bij X en of terecht een 50% vergrijpboete van € 115.625 is opgelegd. Volgens Rechtbank Den Haag is de verzwegen omzet aan X als middellijk (meerderheids)aandeelhouder ten goede gekomen. De andere aandeelhouder is niet betrokken bij de exploitatie, zodat de uitdeling terecht geheel aan X is toegerekend. De boete is ook passend en geboden. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt dat de boete niet gematigd hoeft te worden ondanks het omkeren van de bewijslast. De inspecteur maakt de correcties namelijk ook zonder omkering van het bewijs aannemelijk. X heeft het reguliere voordeel uit aanmerkelijk belang ten onrechte niet in zijn aangifte verantwoord. Hij heeft dus de aanmerkelijke kans aanvaard dat te weinig belasting zou worden geheven. X kan voorwaardelijk opzet worden verweten en dit rechtvaardigt de boete van 50%. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 4 oktober

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen