In 2022 zijn er 65.000 akten geregistreerd waarbij een beroep is gedaan op de startersvrijstelling OVB. Bij 7000 van deze akten is daarnaast sprake van een combinatie met het 2%-tarief, bijvoorbeeld doordat slechts 1 van de verkrijgers jonger is dan 35 jaar. Het aantal akten waarin een beroep is gedaan op de startersvrijstelling bedroeg in 2021 nog 105.000.

Dat blijkt uit de cijfers van de Belastingdienst van het gebruik van de startersvrijstelling overdrachtsbelasting in 2022. De cijfers zijn door staatssecretaris Van Rij van Financiën in het kader van monitoring van de startersvrijstelling in de Wet differentiatie overdrachtsbelasting naar de Tweede Kamer gestuurd.

De oorzaken voor de daling van het beroep op de startersvrijstelling in 2022 ten opzichte van 2021 ligt mogelijk onder andere in de stijging van de huizenprijzen en in het feit dat de vrijstelling de eerste drie maanden van 2021 ook nog van toepassing was op woningen boven de grens van € 400.000.

De Wet differentiatie overdrachtsbelasting wordt in 2024 geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie zijn naar verwachting in 2025 beschikbaar

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 5 juni

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen