C geniet een pensioen en heeft de Finse nationaliteit. Hij woont in Finland. In de laatste tien jaren voor zijn pensionering werkt C in Zweden en Finland voor een Zweedse vennootschap. C geniet een pensioen van € 460.000. Over het pensioen wordt een aanvullende belasting, naast de IB, geheven van 6%. C stelt dat er sprake is van een verboden discriminatie op grond van leeftijd. De Finse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat de Finse aanvullende belasting op pensioenen niet wordt getoetst aan het unierechtelijke verbod van discriminatie op grond van leeftijd. Volgens de A-G werkt het unierechtelijke verbod op leeftijdsdiscriminatie namelijk niet door naar de nationale IB-wetgeving. De A-G overweegt daarbij dat er ten aanzien van de aanvullende belasting op pensioenen sprake is van een directe belasting die wordt geheven zonder dat onderscheid wordt gemaakt tussen binnenlandse en grensoverschrijdende situaties.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 1 februari