P GmbH exploiteert een binnenspeeltuin. Alhoewel de toegangsgelden voor de binnenspeeltuin zijn onderworpen aan het verlaagde BTW-tarief van 13%, past P GmbH het normale BTW-tarief van 20% toe. P GmbH verzoekt om teruggaaf van de teveel afgedragen BTW. Volgens de Oostenrijkse Belastingdienst bestaat echter geen recht op een teruggaaf. De Oostenrijkse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat P GmbH de BTW niet is verschuldigd als haar afnemers geen recht hebben op aftrek van voorbelasting. Voor zover er onder de bezoekers van de speeltuin BTW-belastingplichtigen zijn, ontstaat wel een belastingschuld. Verder wijst de A-G er op dat, op grond van de beginselen van evenredigheid en neutraliteit van de BTW, de verplichting bestaat om een correctie toe te staan. Daarvoor is dan wel goede trouw vereist. Niet van belang is dat P GmbH een onjuiste prijs berekent omdat het BTW-aandeel in de prijs te hoog is en daardoor de winstmarge te laag. Een en ander staat herziening van de belastingschuld niet in de weg.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)
Editie: 12 september