Advocaat-generaal Ettema stelt vast dat beantwoording van de vraag of de Jamaicaanse autoriteiten wisten dat de certificaten onjuist zijn ook al bij het Hof van Justitie EU ligt in de zaak Prenatal. De A-G stelt dan ook voor om de antwoorden in die zaak af te wachten.

In opdracht van A bv doet belanghebbende, X bv, aangiften voor het brengen in het vrije verkeer van textielproducten, met als oorsprong Jamaica. In de aangiften wordt aanspraak gemaakt op toepassing van een preferentieel tarief van 0%, onder overlegging van EUR.1-certificaten. Naar aanleiding van een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) van de Europese Commissie zijn de certificaten ongeldig verklaard. De inspecteur reikt vervolgens utb’s uit aan X bv. X bv gaat uiteindelijk in cassatie en voert daarbij onder andere aan dat de Jamaicaanse autoriteiten wisten dat de certificaten onjuist zijn, dan wel dat zij hadden moeten weten van deze onjuistheid.

Advocaat-generaal Ettema stelt vast dat beantwoording van de vraag of de Jamaicaanse autoriteiten wisten dat de certificaten onjuist zijn ook al bij het Hof van Justitie EU ligt, in de zaak Prenatal nr. C-589/17. In die zaak is inmiddels door Advocaat-generaal Sharpston een conclusie genomen. De A-G stelt dan ook voor om de antwoorden in die zaak af te wachten.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Douane

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Editie: 26 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen