Belanghebbende, vof X (hierna: X), handelt in en verhuurt nieuwe en gebruikte bedrijfsauto's. Firmanten zijn gedurende het jaar 2012 H en diens zonen A en C. Tijdens een boekenonderzoek bij X wordt vastgesteld dat er binnen de onderneming een omvangrijke stroom contant geld omgaat zonder dat hiervoor een kastboek wordt bijgehouden. De kasbescheiden die er waren worden pas veel later ingeboekt door een adviseur. Hieruit blijkt dat contante uitgaven niet op de juiste data geboekt kunnen zijn. Volgens de inspecteur geeft de kasadministratie geen getrouw beeld weer van het aanwezige kasgeld op een bepaald moment. In de administratie komen ook negatieve saldo's voor en er is geen sluitende verhuuradministratie bijgehouden. Met betrekking tot een op te leggen naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 heeft de inspecteur aan X een informatiebeschikking gegeven. In beroep is in geschil of dit terecht is.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt de stelling van X dat niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd. X heeft namelijk niet voldoende concreet gesteld welke bestaande stukken ontbreken die van enig belang kunnen zijn (geweest) voor de besluitvorming in deze zaak. Verder is de rechtbank van mening dat de administratie van X niet naar de eisen van het bedrijf is gevoerd en dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen daaruit duidelijk blijken. De informatiebeschikking is dus terecht gegeven. Het beroep van X is ongegrond. De rechtbank verleent X geen nieuwe termijn voor het voldoen aan de in de informatiebeschikking bedoelde verplichtingen omdat de gebreken in de administratie onherstelbaar zijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 augustus