Ondernemer X is het niet eens met de aan hem opgelegde IB-aanslag 2020. Hij stelt daarbij dat hij een mens van vlees en bloed is en niet een natuurlijke persoon. Verder heeft hij diverse vragen, zoals: waarom mag de inspecteur hem een belastingaanslag opleggen; is hij belastingplichtig en waarop is dit dan gebaseerd? Ook wil hij weten wat de Staat voor entiteit is en wat de Belastingdienst voor iets is. Tegen de hoogte van de aanslag heeft X geen bezwaar.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de IB-aanslag terecht aan autonoom X is opgelegd. Met het begrip natuurlijk persoon wordt namelijk gedoeld op een mens van vlees en bloed. Verder is voor de belastingplicht geen overeenkomst of een lidmaatschap met de Staat of de Belastingdienst nodig. Met betrekking tot de bevoegdheid van de inspecteur om belastingaanslagen op te leggen wijst de rechtbank op de AWR. Ook stelt de rechtbank vast dat zij de overige vragen van X niet kan beantwoorden. Zij vallen buiten de bevoegdheid van de belastingkamer van de rechtbank. Zij is ook niet bevoegd om de Belastingdienst op te dragen antwoorden te geven op door X gestelde vragen. Daarvoor is geen grondslag in een belastingwet te vinden. Een dergelijke opdracht zou alleen de civiele rechter kunnen geven. Nu geen bezwaren zijn gemaakt tegen de hoogte van de aanslag, blijft deze in stand. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 1.1
Instantie: Rechtbank Gelderland
Rubriek: Inkomstenbelasting
Editie: 23 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag