Advocaat-generaal Koopman concludeert dat de tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. De A-G gaat daarbij in op de jurisprudentie van de Hoge Raad omtrent het begrip ‘niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst’.
Belanghebbende, X, houdt aandelen in Q bv. In verband met de verkoop van de aandelen geeft X een vervreemdingsvoordeel aan van € 1,5 mln. De inspecteur corrigeert de aangifte en stelt het ab-inkomen vast op € 5,5 mln. Volgens de inspecteur is de inkoopprijs bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. Hof Amsterdam oordeelt dat aannemelijk is dat de tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is overeengekomen met het oog op kunstmatige verkleining van winsten in een transactie tussen, in feite, familieleden. De tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is dan bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. Het hof stelt de waarde in het economisch verkeer van de aandelen vast op € 4,9 mln. X gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Koopman concludeert dat de tegenprestatie voor de ingekochte aandelen is bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst. De A-G gaat daarbij in op de jurisprudentie van de Hoge Raad omtrent het begrip ‘niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst’. Verder komt ook nog aan de orde of X de trustvraag in het aangifteformulier bevestigend had moeten beantwoorden, omdat zij betrokken was bij een trustvermogen. Alles overwegende adviseert de A-G de Hoge Raad om het beroep in cassatie van X ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.22
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Editie: 14 mei
Informatiesoort: VN Vandaag
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)