Hof ’s-Hertogenbosch handhaaft de aan een coffeeshophouder opgelegde ambtshalve aanslagen ib/pvv met bijbehorende verzuimboetes.

Coffeeshop-houder, X, heeft geen aangiften ib/pvv over de jaren 2009 tot en met 2011 gedaan. De inspecteur legt ambtshalve aanslagen ib/pvv over die jaren op met voor elk van die jaren een verzuimboete. X dient alsnog aangiften ib/pvv in. De inspecteur merkt deze aangiften als bezwaarschriften aan.

Volgens Hof ‘s-Hertogenbosch zijn de bezwaren tegen de aanslagen ib/pvv 2009 en 2010 terecht vanwege niet-verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard. Voor het jaar 2011 is niet de vereiste aangifte gedaan. Gevolg is omkering en verzwaring van de bewijslast. X levert niet het overtuigende bewijs dat en in hoeverre de aanslag te hoog is. Het hof voegt hier aan toe, dat in een situatie als deze waarbij geen harde cijfers betreffende de inkoop van softdrugs bekend zijn, het resultaat slechts door schatting kan worden bepaald. Deze schatting mag niet willekeurig zijn. Het hof is het met de rechtbank eens dat de schatting van de inspecteur niet onredelijk is. De verzuimboetes tot het maximale bedrag zijn passend en geboden. Het hoger beroep is ongegrond.

Lees ook de thema's Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter en  Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 31 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen