Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. In 2010 verstrekt A bv een lening aan X. Uit de leningsovereenkomst blijkt dat X in 2007 € 325.000 in rekening-courant schuldig is aan A bv. In 2016 bedraagt de schuld van X aan zijn bv miljoenen euro’s. De inspecteur stelt dat in de jaren 2014 - 2016 uitdelingen hebben plaatsgevonden ter hoogte van de toename van de schuld van X aan A bv, omdat X deze bedragen niet kan of zal terugbetalen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X de hem in de jaren 2014 - 2016 ter leen verstrekte gelden niet kon of zou aflossen. Deze bedragen zijn dan ook terecht als uitdelingen in de belastingheffing betrokken. Het hof overweegt hierbij dat X en de bv zich van een en ander bewust moeten zijn geweest. Daarbij is volgens het hof, anders dan X meent, niet van belang of hij de belasting over de eventuele uitdelingen kan voldoen, maar of het aannemelijk is dat hij de hem ter leen verstrekte gelden niet kon of zou aflossen. Aangezien ten tijde van de geldverstrekkingen in 2014 - 2016 sprake was van een negatieve vermogenspositie en onderdekking, is het aannemelijk dat de verstrekte bedragen niet konden en zouden worden terugbetaald. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 23 februari