Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd aan X als eigenaar van het bedrijfsverzamelgebouw. Het is namelijk de bedoeling om de feitelijk gebruiker als gebruiker aan te merken, en niet de eigenaar.

Belanghebbende, X, verhuurt ruimtes in zijn bedrijfsverzamelgebouw aan Osteopathiepraktijk A en Yoga B. Beide ondernemingen gebruiken reclameborden die zichtbaar zijn van de openbare weg. De heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente legt een aanslag reclamebelasting op aan X, als eigenaar. De heffingsambtenaar acht daarbij van belang dat de ruimtes niet zijn aan te merken als een zelfstandig WOZ-object. X is het daar niet mee eens.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd aan X als eigenaar van het bedrijfsverzamelgebouw. Het is namelijk de bedoeling van de Verordeninggever om de feitelijk gebruiker van de onroerende zaak, die zich bedient van de aangebrachte reclame om daarmee het publiek te bereiken, als gebruiker aan te merken. Er bestaat geen grondslag voor de uitleg van de heffingsambtenaar die aansluit bij de bepalingen van de Wet WOZ, op grond waarvan de eigenaar als gebruiker wordt aangemerkt. Het hof vernietigt de aanslag reclamebelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 26 juli

Carrousel: Carrousel

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen