Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen, die voor het jaar 2011 uitgezonderd, niet te hoog zijn vastgesteld. Alleen voor 2011 is de door de inspecteur per pup gehanteerde prijs van € 400 te hoog. Dit moet € 396 zijn.
X exploiteert in vof-verband een onderneming waarvan de activiteiten hoofdzakelijk bestaan uit het fokken en verhandelen van hondenpups. De vof wordt op 1 januari 2013 geruisloos ingebracht in een bv. Naar aanleiding van een naar X ingesteld strafrechtelijk onderzoek, stelt de inspecteur een boekenonderzoek in. De inspecteur legt vervolgens IB-navorderingsaanslagen 2011 - 2015 op aan X. De navorderingsaanslag 2011 wordt daarbij opgelegd nog voordat het controlerapport definitief is, omdat het einde van de navorderingstermijn nadert.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen, die voor het jaar 2011 uitgezonderd, niet te hoog zijn vastgesteld. Voor het jaar 2011 maakt de inspecteur aannemelijk dat 1285 meer honden zijn verkocht dan in de administratie zijn opgenomen. De door hem gehanteerde prijs van € 400 per pup volgt de rechtbank echter niet. Uit het dossier volgt namelijk een gemiddelde verkoopprijs van € 396 per hond. Voor een afronding van dat bedrag naar € 400 is geen reden. Een en ander leidt tot een verlaging van het resultaat van de vof, in verband met de omzet wegens meer verkochte honden, met € 76.588. De aanslagen voor de overige jaren berusten niet op een te hoge schatting.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting
Editie: 12 december
Informatiesoort: VN Vandaag