Rechtbank Gelderland oordeelt dat de door X bv verstrekte individuele leningen onzakelijk zijn. De inspecteur heeft de aangifte op dat punt dan ook terecht gecorrigeerd. Daarbij is onder andere van belang dat de deelneming ten tijde van het verstrekken van de leningen in een slechte financiële positie verkeert.

Belanghebbende, X bv, en Y GmbH sluiten in 2006 een raamovereenkomst in verband met de oprichting van een deelneming. Op grond van deze overeenkomst wordt een kredietlijn geopend. X bv verstrekt een krediet van € 200.000 en Y GmbH verstrekt een krediet van € 600.000. X bv verstrekt vervolgens in 2012 en 2013 individuele leningen tot een totaalbedrag van € 199.500. In haar VPB-aangifte 2016 waardeert X bv de leningen af met € 199.499. De inspecteur accepteert de afwaardering niet omdat sprake is van onzakelijke leningen.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de door X bv verstrekte individuele leningen onzakelijk zijn. De inspecteur heeft de aangifte op dat punt dan ook terecht gecorrigeerd. Daarbij is onder andere van belang dat de deelneming ten tijde van het verstrekken van de leningen in een slechte financiële positie verkeert. De deelneming leed namelijk in de jaren voor het verstrekken van de leningen structureel verliezen en had een negatief eigen vermogen. Ook had X bv geen zekerheden bedongen, terwijl de bank niet bereid was om een lening aan de deelneming te verstrekken zonder (aanvullende) zekerheden. Dat de verwachting, zoals X bv stelt, gerechtvaardigd was dat de deelneming in de (nabije) toekomst winstgevend zou worden, is niet onderbouwd.

Lees ook het thema De onzakelijke lening.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 30 november

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen