Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de aan Z verstrekte lening ten laste van haar winst kan afwaarderen naar nihil. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat sprake is van een onzakelijke lening. Zijn blote stelling dat een bank de lening niet zou hebben verstrekt is daartoe onvoldoende.
A houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. In de loop van 2015 en 2016 verstrekt X bv een lening aan de Marokkaanse start-up Z. Z wil een beddenzaak in Marokko openen. De aandeelhouders van Z, A en E gaan in de zomer van 2016 uit elkaar. X bv waardeert de vordering eind 2016 af naar nihil. Volgens de inspecteur is er sprake van een onzakelijke lening, zodat deze niet ten laste van de winst kan worden afgewaardeerd.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv de aan Z verstrekte lening ten laste van haar winst kan afwaarderen naar nihil. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat sprake is van een onzakelijke lening. Zijn blote stelling dat een bank de lening niet zou hebben verstrekt is daartoe onvoldoende. Daarbij is van belang dat start-ups, zoals Z, niet alleen door banken worden gefinancierd, maar ook door particuliere investeerders. Ook het feit dat sprake is van een buitenlandse onderneming maakt niet dat er per definitie geen investeerders zijn te vinden. Verder acht de rechtbank van belang dat er marktonderzoek is gedaan, dat er informele toezeggingen van potentiële klanten tot afname van bedden zijn, de aandeelhouders van Z ervaren zijn binnen de branche en zij een goed netwerk hadden in Marokko. Daarnaast is de beddenspeciaalzaak ook daadwerkelijk open geweest. De rechtbank vermindert de aanslag naar een belastbaar bedrag van nihil.
Lees ook het thema Fiscale waardering van vorderingen en schulden.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 5 juli
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel