X bv koopt in 2017 twee panden van A bv. De in de panden gelegen appartementen worden verhuurd aan particulieren, aan wie op aanvraag zorgdiensten worden verleend. Verder zijn in de panden ook een recreatieruimte, een centrale keuken, een waskamer en een strijkkamer en een gemeenschappelijke tuin aan zowel de voor- als achterzijde aanwezig. In geschil is of het woningtarief voor de overdrachtsbelasting van toepassing is.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de panden naar hun aard bestemd zijn voor bewoning. De rechtbank acht daarbij van belang dat de panden op het moment van de overdracht bestonden uit 26 zelfstandig verhuurbare, afsluitbare appartementen, elk met een aparte registratie in de Gemeentelijke Basisadministratie, een eigen deurbel, keukenblok, sanitaire voorzieningen, internet- en telefoonaansluiting en brandalarmsysteem. Daarnaast merkt de rechtbank op dat de soort zorg die feitelijk wordt verleend aan de bewoners 'zorg thuis' is, waarbij de regie in handen is van de (eigen) huisarts. De panden zijn niet naar hun aard bestemd om als een verzorgingsinstelling te fungeren, daarvoor ontbreken de benodigde voorzieningen en het bijbehorende personeel. Het gelijk is aan X.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 14
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 31 januari