Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de samengestelde dienst van Stichting X met betrekking tot het verspreiden van de Nationale Entertainmentcard onder het publiek, alsmede de financiële afwikkeling daarvan niet onder de btw-vrijstelling valt.
Stichting X is in 1974 opgericht door de Nederlandse Vereniging van Entertainment Retailers (NVER). X houdt zich bezig met het uitgeven, distribueren en afwikkelen van de Nationale Entertainmentcard (NEC). Dit is een plastic kaart met een op te waarderen chip. Hiermee kunnen dvd’s, cd's en dergelijke worden gekocht. X voldoet geen btw over de verkoopprovisie die zij aan de winkeliers in rekening brengt. X trekt de btw die aan haar in rekening is gebracht ter zake van de NEC’s wel volledig als voorbelasting af. In geschil is of deze aftrek terecht door middel van naheffing is gecorrigeerd. Volgens Rechtbank Noord-Holland is een NEC naar zijn aard een betaalmiddel c.q. een handelspapier en vallen de in geding zijnde prestaties onder de btw-vrijstelling (art. 11-1-j Wet OB 1968). De naheffing is dus terecht. De 10% verzuimboetes zijn passend en geboden, met dien verstande dat deze vanwege de overschrijding van de redelijke termijn met 15% worden gematigd. X gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam oordeelt dat de samengestelde dienst van X met betrekking tot het verspreiden van de NEC onder het publiek, alsmede de financiële afwikkeling daarvan niet onder de btw-vrijstelling valt. De financiële afwikkeling is zeker ook niet de hoofddienst. Het grootste deel van de 7,5% verkoopprovisie ziet namelijk op de kosten - zijnde 6,5% van de nominale waarde - die de winkeliers X in rekening brengen voor het verspreiden en het opwaarderen van de NEC. De financiële afwikkeling van de NEC is bovendien slechts te kwalificeren als een - van de vrijstelling uitgesloten - administratieve handeling (vgl. HvJ EU 25 juli 2018, nr. C-5/17, V-N 2018/44.11). Het beroep van X is gegrond.
Lees ook het thema Recht op aftrek van de btw; wanneer en hoeveel?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 15
Wet op de omzetbelasting 1968 11