Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat het aandeelhoudersconvenant dat is gesloten tussen X, de gemeente en de provincie, niet aan de heffing van precariobelasting in de weg staat.
X is eigenaar van het waterleidingnet in de gemeente De Ronde Venen. De heffingsambtenaar legt voor 2016 een aanslag precariobelasting op van € 630.062. X komt in beroep.
Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de aanslag terecht is opgelegd. Het aandeelhoudersconvenant dat is gesloten door een rechtsvoorganger van X, de gemeente en de provincie, staat niet aan de heffing van precariobelasting in de weg. In het convenant is onder andere opgenomen dat X van de gemeente geen vergunning, concessie of toestemming in enigerlei vorm behoeft voor de realisering van haar statutaire doel en dat partijen zo nodig de hiertoe strekkende besluiten vaststellen. Volgens de rechtbank verleent deze bepaling toestemming krachtens de publiekrechtelijke bevoegdheid die de gemeente daartoe heeft. Een daaruit voortvloeiende plicht van de gemeente om de waterleidingen in gemeentegrond toe te staan, brengt niet een gedoogplicht mee die aan precarioheffing in de weg staat. Over de vraag of het convenant nog geldt en de reikwijdte van de bepaling over terugbetaling van retributies op grond van (toekomstige) verordeningen, kan alleen de civiele rechter zich een oordeel vormen. Niet geoordeeld kan worden dat de heffingsambtenaar geen belang heeft bij de aanslagoplegging. De heffingsambtenaar heeft echter wel de verkeerde metrages gebruikt, waardoor de aanslag verminderd wordt tot € 552.829,50.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
Editie: 9 mei