Het kabinet merkt op dat amendement nr. 16 (Erkens (VVD), Beckerman (SP) en Grinwis (CU)) geen algeheel verbod op terugleverkosten is. Dit amendement ziet op het verbod op het in rekening brengen van discriminatoire of niet direct of indirect aan teruglevering gerelateerde kosten. De hogere inkoopkosten en hogere onbalanskosten die ontstaan als gevolg van zonnepanelen zullen wel gezien worden als kosten die ontstaan door objectieve verschillen.
Met betrekking tot amendement nr. 17 (Grinwis (CU), Rooderkerk (D66) en Erkens (VVD)), dat regelt dat de redelijke vergoeding tot 1 januari 2030 niet minder bedraagt dan 50% van de voor de te leveren elektriciteit overeengekomen prijs, merkt het kabinet op dat deze vorm van prijsingrijpen acceptabel is gelet op het overgangskarakter hiervan. Het ingrijpen op vrije prijsvorming staat in beginsel op gespannen voet met Europese regelgeving. Dit amendement vormt samen met amendement nr. 7, dat ziet op een verbod op een negatieve vergoeding over een periode van ten minste één maand, naar inschatting een complementaire aanvullende bescherming aan zonnepaneelbezitters voor wat betreft de hoogte van de redelijke vergoeding in de periode in kwestie. Waar het in theorie mogelijk is dat een percentage van 50% van het gewogen gemiddelde van het kale leveringstarief negatief kan zijn in geval van negatieve prijzen, wordt dit uitgesloten door het andere amendement.
Rubriek: Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Klimaat en Groene Groei
Editie: 28 november
Informatiesoort: VN Vandaag