Staatssecretaris De Vries Van Financiën ziet geen noodzaak de Wet herstel toeslagen aan te passen, ondanks een uitspraak van Rechtbank Amsterdam waarin wordt afgeweken van de bewijslast voor het kunnen vaststellen van een informele schuld.
Gedupeerden ouders van de toeslagenaffaire die informele schulden hebben moeten op grond van de Wht opeisbare achterstanden van informele schulden aantonen met notariële akten. Het dilemma met betrekking tot het bewijzen van een opeisbare achterstand bij informele schulden is veelvuldig in de Kamer besproken. Het komt neer op de vraag op welke wijze opeisbare achterstanden voor informele schulden op een eenduidige en objectieve (uitvoerbare) wijze vastgesteld en bewezen kunnen worden.
In de uitspraak van Rechtbank Amsterdam was een aflosschema aanwezig, maar waren geen documenten waar uit bleek dat de schuldeiser het openstaande bedrag wilde ontvangen vóór de einddatum van de schuldregeling voor gedupeerde ouders. De bewindspersoon gaat niet in hoger beroep tegen deze uitspraak. Wel wijst zij op 15 andere gerechtelijke uitspraken waarin is geconcludeerd dat de formele eis van een notariële akte, of een gerechtelijk vonnis, gesteld kan worden.
Er is geen noodzaak om de wet te wijzigen, omdat er voldoende juridische waarborgen zijn die oog hebben voor de bijzondere omstandigheden van gedupeerde ouders, aldus de bewindspersoon. Daarnaast blijkt uit een analyse van de Sociale Banken Nederland dat alternatieve vormen van bewijslast leveren onuitvoerbaar zijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 1
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 20 maart
Informatiesoort: VN Vandaag