Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat terecht een naheffingsaanslag binnenhavengelden is opgelegd. De opgelegde verzuimboete wordt vernietigd wegens afwezigheid van alle schuld.

Het schip van X is op 10 juni 2010 om 10.00 uur door de havendienst gesignaleerd bij de Wilhelminasluis te Zaanstad. Naar aanleiding van deze signalering zijn de naheffingsaanslag binnenhavengelden en verzuimboete opgelegd. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep ongegrond. In geschil is de vraag of dat terecht is.

Hof Amsterdam oordeelt datde naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. Uit de bepaling in de koopovereenkomst ‘dat er geen liggeld is verschuldigd' kan niet worden afgeleid dat X in 2010 geen binnenhavengeld is verschuldigd voor het varen in voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren. Het binnenhavengeld is niet op één lijn te stellen met het per 1 januari 2008 afgeschafte liggeld. Het hof vernietigt de verzuimboete wegens afwezigheid van alle schuld. Uit de feiten en omstandigheden leidt het hof af dat X geen verwijt kan worden gemaakt van het niet doen van aangifte. Het hof acht aannemelijk dat X op grond van de koopovereenkomst uit 1996 in de veronderstelling verkeerde dat hij verplicht is jaarlijks uit te varen. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 25 maart

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen