Aan X is een aanslag bouwleges opgelegd voor het in behandeling nemen van zijn aanvraag om een vergunning voor de bouw van een schapenstal. De aanvraag wordt geweigerd. Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van X ongegrond. In hoger beroep is onder meer de bevoegdheid van de heffingsambtenaar in geschil.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat X de onderhavige aanvraag bij de gemeente heeft ingediend en dat de gemeente die aanvraag in behandeling heeft genomen, en X in dat verband agrarisch advies en brandpreventieadvies heeft ingewonnen en verkregen. Op basis van de verordening zijn terecht en tot het juiste bedrag leges geheven. X komt niet in aanmerking voor een vermindering, omdat hij niet zelf de aanvraag heeft ingetrokken. De leges zijn volgens het hof niet door een onbevoegd orgaan geheven. De brief waar X op doelt is een begeleidend schrijven betreffende de weigering van de aanvraag. De in dat schrijven opgenomen mededeling inzake het verschuldigd zijn van leges ziet het hof als een aankondiging van een nog aan X te sturen factuur. De factuur is wel als een zodanige schriftelijke kennisgeving aan te merken die afkomstig is van de inspecteur. De omstandigheid dat de factuur als behandelaar Y vermeldt, doet daar niets aan af. Het hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof 's-Gravenhage
Editie: 17 april