De rechtbank oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag erfbelasting terecht aansluiting heeft gezocht bij de rekening en verantwoording en uitdelingslijst, en terecht geen rekening heeft gehouden met de door X gestelde schulden van erflater uit eerdere nalatenschap.

De inspecteur heeft aan X een aanslag erfbelasting opgelegd. Die aanslag is volgens X te hoog, omdat de nalatenschap van zijn broer (erflater) negatief moet zijn. X betoogt dat de nalatenschap van zijn vader niet correct is afgewikkeld, omdat hij daaruit te weinig heeft ontvangen. X meent sindsdien via erfopvolging een rentedragende vordering te hebben op erflater, waardoor diens nalatenschap negatief is. De rekening en verantwoording en uitdelingslijst is onherroepelijk geworden. X gaat in beroep tegen de uitspraak op bezwaar.

Rechtbank Noord-Nederland stelt voorop dat zij als belastingrechter uitsluitend de vraag mag en kan beantwoorden of de inspecteur de aanslag erfbelasting naar het juiste bedrag heeft opgelegd. Voor de vraag of de afwikkeling van de eerdere nalatenschap correct is verlopen staan civielrechtelijke wegen open. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur bij het opleggen van de aanslag terecht aansluiting heeft gezocht bij de rekening en verantwoording en uitdelingslijst. Deze is onherroepelijk geworden en heeft gezag van gewijsde gekregen. De inspecteur heeft terecht geen rekening gehouden met de door X gestelde schulden van erflater. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 37

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Erfrecht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 13 maart

18

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen