X bv is een rederij die een veerdienst verzorgt tussen de plaatsen Z en N. In geschil zijn de aanslagen dagtoeristenbelasting die de gemeente Waterland heeft opgelegd. Omdat X bv geen aangifte heeft gedaan, heeft de gemeente de aanslagen opgelegd op basis van een geschat aantal overtochten van 150.000.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2019/2487) handhaaft de met toepassing van omkering van de bewijslast opgelegde dagtoeristenbelasting over de jaren 2014 en 2015. X bv is als rederij terecht aangemerkt als belastingplichtige. Vaststaat dat X bv ondanks verschillende aanmaningen geen aangifte heeft gedaan. X bv was hiertoe wel verplicht, ook als zij meende niet belastingplichtig te zijn. X bv stelt dat zij niet kan vaststellen of een passagier al dan niet ingeschreven staat in de gemeente zelf. Die vaststelling is wel noodzakelijk om de belastbare grondslag te kunnen vaststellen en aangifte te kunnen doen. Het hof gaat niet mee in dit betoog van X bv. Volgens het hof is er geen noodzaak voor X bv om navraag te doen naar de woonplaats van de passagiers omdat de praktijk uitwijst dat het overgrote deel van de passagiers geen inwoner is van de gemeente Waterland. Het hof oordeelt vervolgens dat X bv niet heeft doen blijken dat de aanslagen tot te hoge bedragen zijn opgelegd. De schatting van het aantal overtochten (150.000) is niet onredelijk in het licht van de opgave die X bv voor 2013 heeft gedaan (148.514). Het hoger beroep van X bv is ongegrond.
De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hoge Raad
Editie: 4 februari