Rechtbank Utrecht oordeelt dat de gemeente de aanslagen voor de gebruikersheffingen terecht heeft opgelegd aan de eigenaar van het verzamelkantoorgebouw.

Eiser, X, is eigenaar van een verzamelkantoorgebouw dat in gebruik is bij een aantal huurders. De gemeente merkt het pand aan als één onroerende zaak met een WOZ-waarde van € 3.170.000. Vervolgens legt de gemeente de in geschil zijnde aanslagen OZB gebruikersbelasting en rioolheffing op aan X.

Rechtbank Utrecht oordeelt dat de gemeente de aanslagen voor de gebruikersheffingen terecht heeft opgelegd aan X als eigenaar van het verzamelkantoorgebouw. Wat betreft de objectafbakening van het pand merkt de rechtbank op dat de afbakening voor de WOZ kan afwijken van de objectafbakening voor de basisadministratie adressen en gebouwen (BAG). Dat het pand voor de BAG is aangemerkt als één verblijfsobject is – anders dan de gemeente meent - voor de WOZ dus niet doorslaggevend. Niettemin is de gemeente terecht uitgegaan van slechts één WOZ-object, aangezien de verschillende kantoorunits niet over de vereiste basisvoorzieningen zoals toilet beschikken. De gemeente heeft vervolgens terecht de aanslagen voor de gebruikersheffingen opgelegd aan X, zijnde degene die de kantoorunits in gebruik geeft aan de huurders. Vanwege een motiveringsgebrek in de uitspraak op bezwaar is het beroep gegrond. De rechtbank laat de rechtsgevolgen van de uitspraak op bezwaar echter in stand.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Utrecht

2

Gerelateerde artikelen