Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslagen reclamebelasting terecht aan X zijn opgelegd. Volgens het hof is het aannemelijk dat ook de winkel van X in enigerlei mate profijt zou kunnen hebben van de promotionele activiteiten in de binnenstad.

Aan X vof zijn aanslagen reclamebelasting opgelegd voor een bord aan de gevel van haar winkelpand in de gemeente Lochem met de naam van haar winkel. De gemeente Lochem beperkt de heffing van reclamebelasting tot een bepaald gedeelte van haar grondgebied. De opbrengsten van de reclamebelasting binnen de gemeente Lochem worden na aftrek van de perceptiekosten als subsidie verstrekt aan Y ter verbetering van de aantrekkelijkheid van de binnenstad. X is van mening dat zij ten onrechte in de heffing van de reclamebelasting is betrokken, omdat zij geen individueel profijt heeft van de activiteiten die worden bekostigd uit de opbrengst van de reclamebelasting en omdat zij geen lid is van Y. Verder voert zij enkele formele klachten aan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de aanslagen reclamebelasting terecht aan X zijn opgelegd. Volgens het hof is het aannemelijk dat ook de winkel van X in enigerlei mate profijt zou kunnen hebben van de promotionele activiteiten in de binnenstad. Er is ook sprake van een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de beperking van de heffing tot het bij de Verordening aangewezen gedeelte van het grondgebied van de gemeente Lochem. De gemeente Lochem mocht er in redelijkheid vanuit gaan dat de vestigingen in de binnenstad van haar gemeente in enigerlei mate profijt kunnen hebben van de activiteiten ter bekostiging waarvan de opbrengst van de reclamebelasting is bestemd. Verder verwerpt het hof ook de formele klachten die X heeft aangevoerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 14 september

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen