Rechtbank Noord-Nederland vernietigt drie aanslagen rioolheffing van een woningcorporatie van ruim € 400.000 wegens schending van het gelijkheidsbeginsel.

X is een woningcorporatie. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel ageert X tegen aanslagen rioolheffing over de jaren 2014 t/m 2016 van de gemeente Het Hogeland.

Rechtbank Noord-Nederland vernietigt drie aanslagen rioolheffing van een woningcorporatie van ruim € 400.000 wegens schending van het gelijkheidsbeginsel. De heffingsambtenaar heeft voor 68 garageboxen binnen de bebouwde kom geen aanslag rioolheffing opgelegd. Deze garageboxen zijn aangesloten op het riool en dus had de gemeente deze boxen wel moeten aanslaan. Dat bij de garageboxen enkel sprake zou zijn van hemelwaterafvoer is voor de heffing van rioolheffing geen relevant verschil, gelet op de wijze waarop de gemeente het belastbare feit heeft omschreven in haar verordening. De rechtbank oordeelt dat de gemeente bewust het beleid heeft gevoerd om deze garageboxen niet in de heffing te betrekken. Dit oordeel vindt steun in de verklaring van de heffingsambtenaar dat geen aanslagen zijn opgelegd omdat het niet rechtvaardig is om eigenaren van losse garageboxen dubbel te belasten. Volgens de rechtbank heeft de heffingsambtenaar niet aannemelijk gemaakt dat sprake is van op een onjuiste rechtsopvatting berustend interpretatief beleid.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 16 februari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen