Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering terecht heeft afgewezen. De aanslagen staan onherroepelijk vast. Het bezwaarschrift is namelijk onverschoonbaar buiten de wettelijke bezwaartermijn ingediend.

Belanghebbende, X, rekent in zijn IB-aangifte 2016 het inkomen uit aanmerkelijk belang volledig aan zichzelf toe. De aanslag wordt, conform de aangifte, op 6 mei 2017 vastgesteld. X en zijn vrouw, Y, dienen op 6 maart 2018 een herziene aangifte IB 2016 in. Hierbij verdelen zij het ab-inkomen anders om de niet benutte heffingskortingen van Y alsnog te verzilveren. De inspecteur merkt deze aanvullende aangifte aan als een bezwaarschrift en verklaart het niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Daarnaast behandelt de inspecteur de aanvullende aangifte ook als een verzoek om ambtshalve vermindering. Dit verzoek wijst hij af omdat de aanslagen reeds onherroepelijk vaststaan.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het verzoek om ambtshalve vermindering terecht heeft afgewezen. Volgens het hof staan de aanslagen onherroepelijk vast. Het bezwaarschrift is namelijk onverschoonbaar buiten de wettelijke bezwaartermijn ingediend. Ook valt uit de wettekst en wetsgeschiedenis van art. 2.17 en art. 9.6 Wet IB 2001 niet af te leiden dat de aanslagen met het indienen van het verzoek om ambtshalve vermindering niet meer onherroepelijk vast staan. Dit geldt ook wanneer de afwijzingsbeschikking in rechte wordt bestreden. Volgens het hof leidt de mogelijkheid om onherroepelijk geworden aanslagen via de weg van art. 9.6 Wet IB 2001 ambtshalve te kunnen verminderen er niet toe dat deze aanslagen in het kader van art. 2.17 lid 4 Wet IB 2001 daardoor hun onherroepelijkheid hebben verloren. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 1 mei

213

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen