Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat aan X terecht aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing zijn opgelegd. De stelling van X dat hij op grond van andere regelingen niet verantwoordelijk is voor het voldoen van de heffingen tast de rechtmatigheid van de aanslagen niet aan. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X woont sinds 1969 op hetzelfde adres in Nederland. Aan X zijn aanslagen watersysteemheffing ingezetenen en zuiveringsheffing woningen over 2019 opgelegd. X stelt dat de aanslagen ten onrechte zijn opgelegd, omdat hij geen ingezetene is, maar staatsburger van de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië.

Hof ’s-Hertogenbosch (V-N Vandaag 2024/956) oordeelt dat de aanslag watersysteemheffing terecht is opgelegd. Volgens de basisregistratie personen heeft X gebruik van woonruimte in het gebied van het waterschap. Op welke manier de inschrijving in de basisregistratie personen tot stand is gekomen, is irrelevant. Ook de aanslag zuiveringsheffing is terecht opgelegd. De zuiveringsheffing is niet afhankelijk van de vraag of iemand ingezetene is, maar of iemand gebruiker is van de woonruimte. Voor zover X betoogt dat op grond van andere regelingen, zoals het Rijksverzorgingsbeleid voor Ambonezen, de Nederlandse Staat verantwoordelijk is voor het voldoen van de onderhavige heffingen, kan dat de rechtmatigheid van de aanslagen niet aantasten. Het hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet, 122d

Waterschapswet, 116

Instantie: Hoge Raad

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 5 november

Informatiesoort: VN Vandaag

182

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen