Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat met het rapport van Apeldoorn en de onderliggende stukken niet aannemelijk is gemaakt dat de aanslagen ter post zijn aangeboden. De inspecteur kan namelijk op de zitting geen toelichting geven op deze stukken.

Belanghebbende, de heer X, woont in Polen en is enig aandeelhouder/werknemer van de in Nederland gevestigde A bv. De bv houdt zich bezig met bemiddeling in de tuinbouw. Zij levert de tuinbouwprodukten aan zowel Nederlandse afnemers (veilingen, groothandels en commissionairs) als aan buitenlandse afnemers. In geschil is de IB/PVV-aanslagen over 2007. De aanslagen zijn in juni 2010 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 368.065 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 10.000. Als de ontvanger in januari 2012 executoriaal derdenbeslag legt, ontkent X de aanslagen te hebben ontvangen. De inspecteur overlegt een rapport van Apeldoorn met een verslag van een intern onderzoek naar de verzenddatum en het verzendingstraject.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat met het rapport en de onderliggende stukken niet aannemelijk is gemaakt dat de aanslagen ter post zijn aangeboden. De inspecteur kan namelijk op de zitting geen toelichting geven op deze stukken en in het bijzonder of het gestelde verzendingstraject foutloos is doorlopen. Het aanbod van de inspecteur om informatie van Apeldoorn op te vragen en toe te zenden, wordt gepasseerd. Volgens de stukken bevatte de betreffende verzendpartij zogenaamde ‘stuklopers'. Aangezien niet is komen vast te staan dat de aanslagen vóór 1 januari 2011 bekend zijn gemaakt, worden de aanslagen vernietigd. De beroepen van X zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 9 oktober

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen