Rechtbank Gelderland oordeelt dat de periode van november 2001 tot en met november 2002 waarin het strafrechtelijk onderzoek plaatsvond niet onredelijk lang was. Er is in ieder geval geen sprake geweest van een onverklaarbare vertraging van meer dan zes maanden.

Aan belanghebbende, mevrouw X, zijn met behulp van de verlengde navorderingstermijn diverse IB/VB-aanslagen met 100% verhogingen en vergrijpboetes (hierna: de boete) opgelegd. Volgens de inspecteur hebben X en haar dochter een verzwegen bankrekening bij KB Lux. In oktober 2001 is X gehoord als verdachte. De dochter heeft vervolgens openheid van zaken gegeven door bankoverschriften te overleggen. In december 2002 wordt bekend dat de strafrechtelijke vervolging vanwege de gevorderde leeftijd van X niet doorgaat. X verblijft inmiddels in een verpleeghuis en is onder curatele gesteld. In geschil is of de aanslagen voortvarend genoeg zijn opgelegd. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de periode van november 2001 tot en met november 2002 waarin het strafrechtelijk onderzoek plaatsvond niet onredelijk lang was. Er is in ieder geval geen sprake geweest van een onverklaarbare vertraging van meer dan zes maanden. Het maakt ook niet uit dat de contacten vanuit het OM steeds volgden op initiatieven van X. Nadat besloten was om X niet strafrechtelijk te vervolgen, is X kort daarna aangeschreven door de inspecteur. Vanwege de persoonlijke omstandigheden van X wordt een boete van 25% passend en geboden geacht. Aangezien de criminal charge dateert van oktober 2001 en de redelijke termijn dus bijna met twaalf jaar is overschreden, wordt de boete gematigd met 40%, zodat hiervan uiteindelijk € 7.866 resteert. Het beroep van X is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 14 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen