Belanghebbende, X, houdt de aandelen in A bv. A bv houdt 51% van de aandelen in B bv. X en A bv hebben verder ook nog belangen in diverse andere vennootschappen. De activiteiten van de vennootschappen bestaan uit de levering van telefoons, encryptiesoftware en simkaarten. De eindgebruikers schaffen de telefoons en simkaarten aan om over een PGP-telefoon te kunnen beschikken. Hiermee kunnen berichten worden verstuurd die niet door derden, met name de opsporingsdiensten, kunnen worden gelezen. Naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek en een boekenonderzoek, legt de inspecteur een BTW-naheffingsaanslag op aan B bv. Omdat betaling achterwege blijft, stelt de ontvanger X aansprakelijk. X stelt dat de prestaties niet alleen door B bv zijn verricht, maar ook door een in de VAE gevestigde vennootschap.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht aan B bv is opgelegd en dat X als bestuurder terecht aansprakelijk is gesteld. De ontvanger maakt aannemelijk dat alleen B bv rechtsbetrekkingen is aangegaan voor de leveringen van de telefoons met encryptiesoftware en de simkaarten. Verder staat vast dat B bv de BTW niet heeft aangegeven. Het hof vermindert de beschikking aansprakelijkstelling nog wel voor zover deze betrekking heeft op de vergrijpboete van 100% (€ 1,3 mln). De ontvanger toont met hetgeen hij inbrengt namelijk niet overtuigend aan dat B bv opzet of grove schuld kan worden verweten op de momenten waarop zij telkens op aangifte BTW moest voldoen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting, Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 juli